Jodenhaat en antisemitisme

Klopt het dat door de geschiedenis heen joden meer vervolgd zijn dan andere gelovigen? Wat zijn daarvan de oorzaken? Voor de Tweede Wereldoorlog was er ook al veel wantrouwen jegens joden. Ik zou graag willen begrijpen waar dat vandaan komt. Wanneer is dit begonnen? Was dat tijdens de Romeinse Tijd of al eerder? (vraag van een vrouw van 34 jaar op www.ikhebeenvraag.be) 

In grote lijnen klopt dat, ja. Over de mogelijke en werkelijke oorzaken werden bibliotheken volgeschreven. Er zijn dan ook meerdere oorzaken en die worden door verschillende onderzoekers, zowel door joden als niet-joden, verschillend beklemtoond. 

De voornaamste oorzaak is van religieuze aard. Het christendom is voortgekomen uit het jodendom. Voor christenen 'vervult'  het nieuwe testament het zogenaamde 'oude testament', de joodse bijbel. Jezus was en is in hun ogen de in die bijbel aangekondigde messias of zaligmaker, Christus, het nieuwe verbond (de oorspronkelijke betekenis van 'testament') met god. Maar religieuze joden erkenden en erkennen de christelijke messias niet, ze hielden vast aan hun verbond/bijbel, bleven en blijven wachten op de echte messias. 

De joodse godsdienst was voor het jonge christendom (tot staatsgodsdienst gepromoveerd in het Romeinse rijk) een gevaarlijke, concurrerende godsdienst. Gevaarlijk omdat de joodse godsdienst veel ouder was en het christelijk geloof erop terugging, maar ook omdat die joodse godsdienst zeker destijds onverdraagzaam en agressief was tegenover andere godsdiensten. De (joodse) bijbel staat vol bevelen van Jahweh om andersgelovigen in hun totaliteit uit te roeien. 

In die eerste eeuwen na Jezus Christus kon het christendom maar groot worden als het katholicisme (afgeleid van een Griekse stam voor 'algemeen': voor iedereen geldend, over de hele wereld te verspreiden) de joodse godsdienst aan banden legde, uitschakelde. En dat is ook wat de katholieke Kerk eeuwenlang geprobeerd en gedaan heeft. Onder meer door joden te verbieden bepaalde beroepen uit te oefenen. Ze mochten zich wel bezighouden met zaken die om religieuze redenen verboden waren voor christenen, zoals geldhandel. De gediscrimineerde joden kregen dus op enkele terreinen vrij spel, raakten bedreven, verwierven afgeleide macht. En zo groeide een bijkomende reden voor afgunst en haat: joden werden afgeschilderd als woekeraars, onbetrouwbare sujetten. 

Andere oorzaken waren dat strikt religieuze joden (fundamentalisten zouden we ze nu noemen) in de ogen van katholieken en andersgelovigen er vreemde praktijken op nahielden, zowel religieus als seculier. Uit eigen wil of er door hun omgeving toe gedwongen, leefden ze vrij afgezonderd van andersgelovigen, in sjetls en getto's. Ze hielden zich afzijdig, vierden andere feestdagen, hielden er 'vreemde' rituelen op na, kleedden zich vaak opvallend anders (denk aan de hedendaagse orthodoxe joden in Antwerpen), hadden andere voedingsgewoonten, begroetingen en wat al niet meer. Even zovele redenen voor veel mensen om zich onbehaaglijk tot bedreigd te voelen. Veel joden, de meesten, probeerden zich vooral in de 19de eeuw wel met man en macht te integreren en te assimileren (vooral in Duitsland), maar ook dat werd door velen juist als extra bedreigend ervaren - 'de jood' werd onherkenbaar, moest een speciaal herkenningsteken dragen. 

Al lopen religieuze en racistische onverdraagzaamheid vaak door elkaar, toch is het een belangrijk onderscheid. Vanaf de tweede helft van de 19de eeuw doken allerhande rastheorieën op, wetenschappelijke en andere. Rassen werden bestudeerd en 'verklaard'. Sommigen zagen de zogenaamd lagere rassen als een degeneratie van een hoger (doorgaans blanke) ras. Die degeneratie heette het gevolg te zijn van de (seksuele) vermenging van verschillende rassen en was bijgevolg een bedreiging van het zogenaamd hogere ras. Deze racistische theorie zal uiteindelijk, in nazi-Duitsland, vanaf 1933, de religieuze intolerantie en vervolging van joden op drastische wijze overnemen of verdringen. Nazi-Duitsland wou 'zijn' joden en de joden in de door de nazi's bezette gebieden koste wat het kost kwijt. Ze moesten het Derde Rijk uit. Maar om allerhande redenen, ook (religieus) antisemitisme, wou geen land ter wereld zijn grenzen (verder) open zetten voor de massa van vooral arme joden, zoals onder meer bleek op de conferentie van Evian in 1938. De nazi's zetten meer druk op de buitenwereld om 'hun' joden kwijt te raken (Kristalnacht, tienduizenden joden voor het eerst als jood in de concentratiekampen) en toen ook dat niets uithaalde, besloten ze uiteindelijk midden 1941 alle joden uit te roeien. De wereld bleef volgehouden wegkijken.

(september 2009)