God voorbij | Homo deus
Het is alweer een poosje geleden dat een non-fictieboek me zo kon boeien als Homo deus. Een kleine geschiedenis van de toekomst van Yuval Noah Harari (1976), hoogleraar geschiedenis aan de Hebreeuwse universiteit in Jeruzalem. Twee jaar geleden verwierf hij wereldwijde bekendheid met Sapiens. Een kleine geschiedenis van de mensheid.
Harari’s nieuwste boek, Homo deus, staat boordevol interessante gegevens en inzichten, gedurfde en uitdagende beweringen en veronderstellingen, mooie voorbeelden en tot de verbeelding sprekende metaforen. Geest- en horizonverruimende lectuur, goed geschreven en vertaald, alleen een beetje ontsierd door vaak irrelevante en altijd wazige zwart-witafbeeldingen.
TOEKOMSTBEELD
In den beginne brachten mensen offers aan natuurkrachten en dieren om bij ze in de gunst te komen of te blijven. Later schiepen ze een eigen Schepper en een paradijselijk hiernamaals (bij goed gedrag). Ook die god moest eraan geloven toen de mens zich in de voorbije drie eeuwen tot het centrum van het heelal en unieke betekenisverlener verhief. En nu, in deze eenentwintigste eeuw, begint homo sapiens door zijn onstuitbaar geloof in mensoverstijgende data (dataïsme doopt Harari het) stilaan de controle te verliezen en dreigt hij zichzelf als biologisch wezen overbodig te maken.
Vrijwel niemand accepteert dat zijn god, natie of waarden die zin geven aan zijn leven je reinste fictie zijn, maar in feite ‘heeft het leven van de meeste mensen alleen zin binnen het netwerk van de verhalen die ze elkaar vertellen.’ Betekenis ontstaat als veel mensen draadje na draadje een gezamenlijk web van verhalen weven waar ze met hart en ziel in geloven en gaandeweg in vast komen te zitten.
Menselijke samenwerkingsverbanden beoordelen zichzelf meestal aan de hand van meetlatten die ze zelf hebben uitgevonden en het zal niemand verbazen dat ze zichzelf vaak hoge cijfers geven.
Zo’n web valt uiteindelijk uiteen en wordt vervangen door een dan en daar overtuigender verhaal. Na een tijdje kun je bij het terugkijken bijna niet meer bevatten dat ooit iemand de vroegere mens- en wereldbeelden serieus kon nemen. ‘Over honderd jaar’, schrijft Harari, ‘zou ons geloof in democratie en mensenrechten wel eens net zo onbegrijpelijk kunnen zijn voor ons nageslacht.’
De auteur stelt vierhonderd bladzijden lang alles in het werk om ons te overtuigen van dit zwartgallige toekomstbeeld. Pas in de laatste pagina’s maakt hij duidelijk dat het geen voorspelling is maar een mogelijkheid, een hypothese gebaseerd op een overtuigende analyse van de grote verhalen (ideologieën, mens- en wereldbeelden) die de voorbije eeuwen een groot en machtig deel van de mensheid hebben bewogen en gedomineerd. Harari wil een discussie op gang brengen over welke wegen we beter niet of juist wel inslaan. Een gewaarschuwd mens telt immers voor twee en, wie weet, is er misschien nog iets aan te doen.
RAMPEN
Harari begint zijn verhaal met de vaststelling dat het grootste deel van de mensheid niet meer wordt gekweld door honger, ziekte of oorlog. Zeker, er zullen nog miljoenen slachtoffers vallen, maar die ellende is geen fataliteit meer maar een door de mens hanteerbare uitdaging. Ondanks het cijfermateriaal dat Harari hiervoor aanvoert, is het zeer de vraag of zulk dataïsme toelaat de nog steeds door natuur en mens veroorzaakte plagen af te doen als ‘enkele onduidelijke details’. Denk maar aan het recente kernopbod tussen machtige presidenten en hoe zulk spierballengedrag vijftig jaar geleden de wereld op het randje van de afgrond bracht toen de Amerikanen in West-Europa en de Russen op Cuba kernkoppen op elkaar richtten.
Maar goed, Harari gebruikt de daling van slachtofferaantallen als uitgangspunt voor de vraag welke projecten de plaats zullen innemen van de strijd tegen honger, ziekte en oorlog. Alvast niet het behoud of herstel van enig ecologisch evenwicht, want tot nog toe bleek niet één land bereid daarvoor serieuze economische, sociale of politieke offers te brengen.
De rijken en de machtigen, zij die het voor het zeggen hebben, zullen zoals altijd nog meer willen. Afgaand op de streefdoelen van de voorbije decennia zullen eeuwige jeugd (onsterfelijkheid), geluk en goddelijkheid hoog scoren. In Silicon Valley wordt al volop gezocht naar remedies tegen ouderdom en dood – alsof het ziektes betreft.
HUMANISME
Harari kijkt niet op een krasse uitspraak meer of minder en zal velen tegen de haren instrijken. Bijvoorbeeld met zijn opdeling van het humanisme in drie stromingen: het liberale humanisme, het socialisme/communisme en het evolutionair humanisme (met als belangrijkste voorvechters de nazi’s). Als je zoals Harari het humanisme definieert als absolute verheerlijking van de mens en daar ook nog eens ‘een bepaald soort mens’ aan toevoegt, kun je hem een beetje volgen, maar Jozef Stalin en Adolf Hitler als humanist – dat had toch serieuze duiding verdiend.
Het liberale humanisme, de heiligverklaring van leven, geluk en vermogens van homo sapiens, is ondertussen een dominante wereldreligie. Maar het succes van het geloof in de mens als uiteindelijke bron van alle zingeving, met als hoogste waarde – en illusie – de vrije wil, kan volgens Harari op relatief korte termijn ook zijn ondergang betekenen.
MENS VOORBIJ
Computers analyseren in een mum van tijd astronomische hoeveelheden data. De mens leert hen leren van fouten, hoe ze herstellen, patronen herkennen, strategieën toepassen. Machine learning, biotechnologie en kunstmatige neurale netwerken worden voortdurend zelfstandiger. Artificiële intelligentie komt nog lang niet in de buurt van een mensachtig bestaan, maar voor het uitvoeren van de meeste moderne taken is het overgrote deel ‘van de menselijke eigenschappen en vermogens simpelweg overbodig.’ Bovendien kunnen apparaten, technologische systemen en netwerken, omdat ze niet worden gehinderd door bewustzijn en emoties, makkelijk intelligenter, rationeler en sneller worden dan hun schepper.
Almaar sterkere gegevensverwerkende systemen zullen het van de mens overnemen. De opkomst van het World Wide Web is slechts een voorproefje. De heiligverklaring van de vrijheid van informatie gaat gepaard met een toenemende inperking van de privacy, overigens door velen vrijwillig opgegeven. In het Internet der Dingen zal alles en iedereen met elkaar worden verbonden, elkaar beïnvloeden en determineren. Als we niet ingrijpen zullen de nieuwe technologieën de humanistische revolutie tenietdoen. Het dataïsme dreigt met homo sapiens te doen wat hij met alle andere dieren heeft gedaan. Volg je Harari, dan gaat de mens er eerder aan dan zijn biosfeer.
Om de mens te redden, moet je hem volgens Harari voorbijstreven. Zijn lichamelijke en vooral geestelijke vermogens upgraden zodat ze hem, samen met enkele essentiële menselijke kenmerken (zoals flexibel samenwerken in grote verbanden), in staat stellen de controle te behouden. Maar de menselijke geest upgraden, dat is makkelijker gezegd dan gedaan. We weten nog zo weinig van de menselijke geest en zijn complexe werking af dat eraan sleutelen een bijzonder riskante onderneming is.
Zoals alle technologie verandert ook het gebruik van en vertrouwen in data en vrije informatiestromen de mens als individu en sociaal wezen. In je eentje genieten van een ervaring of gevoel, een dagboek bijhouden – het lijkt zo uit de tijd. Ervaring en gevoel worden als het ware afgebroken of bevroren om hun aanleiding te fixeren en die zo snel mogelijk aan zoveel mogelijk mensen door te sturen. Alsof de ervaring, het gevoel en de waarnemer pas daardoor echt worden en bestaansrecht verwerven.
ONVRIJE WIL
Als veganist gaat Harari herhaaldelijk tekeer tegen het leed dat wij mensen onze mededieren berokkenen; als ongelovige is hij niet mals voor de bijbel, het orthodoxe jodendom en godsdienst in het algemeen; maar als jood en Israëliër houdt hij zich opvallend koest wat betreft jodendom, zionisme en Israël. Aangezien ook Harari volgens zijn analyse geen vrije wil heeft, mag dit zonder meer worden toegeschreven aan zijn positie als prof aan een Israëlische universiteit en de voor zijn schitterende project ontvangen subsidie.