Foto synthese | Foto:Box

Fotobox, een verzameling van 250 spraakmakende foto’s, werd veertien jaar geleden een in vele talen vertaald succes. Nu ligt er een ‘compleet’ herziene editie voor. Veel is er niet veranderd, behalve dat vijftig ‘iconische’ beelden plaats moesten ruimen voor andere. Welke beelden gesneuveld zijn, welke toegevoegd en waarom, kom je als lezer niet aan de weet, net zomin als wat foto’s iconisch maakt. Maar het in oorsprong religieus begrip is dus blijkbaar tijdgebonden, vergankelijk.

René Burri – Ernesto Guevara (Che), Havanna, 1963

Ook de onthutsende foto van ‘een overlevende van een Hutu-dodenkamp’ (James Nachtwey, Rwanda, 1994) viel weg. Een bijzonder confronterend beeld van ‘menselijk’ geweld: een zwart hoofd in profiel met daarin wit oplichtende littekens van de macheteslagen die de man hadden moeten doden. De gruwelijkheid van dit soort misdaden, schreef de Franse fotograaf Gilles Peress in The Silence – zijn verslag over de genocide in Rwanda – wordt alleen overtroffen door de onverschilligheid die het Westen telkens weer aan de dag legt. Om bepaalde dingen te zien, is een bepaalde manier van kijken nodig. Wegkijken is een actieve daad.

Alle tot de verbeelding sprekende foto’s bundelen in één boek, kan niet, maar Fotobox brengt een boeiende en leerrijke bloemlezing. Haarscherpe en loepzuivere foto’s met op de pagina ernaast informatieve en knappe teksten, aangevuld met biografische nota’s.

De collectie werd in twaalf categorieën ingedeeld: portretten, reportage, stilleven, oorlog, kunst, mode, naakten, vrouwen, natuur, reizen, sport en architectuur. Het ene onderwerp, oorlog bijvoorbeeld, uitvoeriger behandeld dan het andere. De ‘natuur’ komt er maar bekaaid vanaf, anders dan vrouwelijk naakt, alsof alleen vrouwen ‘geobjectiveerd’ kunnen worden.

Maar zie: in de categorie ‘Kunst’ staat een naaktfoto van mannen. Drie uit de kluiten gewassen heren, een zwarte, bruine en witte, kijken je frontaal aan op Vive la France! (2006). Ze dragen alleen voetbalschoenen en blauwe, witte en rode voetbalkousen. Dat alles ondergesneeuwd onder driekleurige papiersnippers. Frankrijks veronderstelde kracht en ideologie verheerlijkt én Frankrijk in zijn blootje. Het land verloor dat jaar

van Italië de wereldbeker voetbal. Laat het toeval zijn dat dit beeld in een oorspronkelijk Italiaans verzamelwerk staat.

Vereeuwigd

Enkele klassiekers mochten niet ontbreken: Uitzicht uit een raam in Le Gras (ca. 1826) van Joseph Nicéphore Niépce, wonderlijk door het licht geschreven, al valt er niet veel te zien. Ook Boulevard du Temple, Parijs (1838) van Louis Daguerre is op het appel. Door de lange belichtingstijd verdween alles wat bewoog uit beeld. De boulevard ligt er verlaten bij. Alleen de man die zijn laarzen liet poetsen, stond lang genoeg stil om als eerste mens fotografisch vereeuwigd te worden.

Het boek is wars van sensatiezucht, die aanvechting die volgens de Franse fotograaf Robert Doisneau een onvermogen om te zien verraadt. Maar wat met die kussende Priester en non (1991) van Oliviero Toscani? In die jaren maakte hij controversiële stadsreclames voor modehuis Benetton: een baby die nog aan de navelstreng vastzit, een aan Aids stervende man, oorlogsbeelden uit Bosnië, een lichtgewicht fotomodel die de campagne No anorexia mee op gang bracht (2007). Schokkende en provocatieve beelden om dure spullen aan de mens te brengen.

Auteursrechten verhinderen hier publicatie van andere dan de toegestane foto’s. Hoe ondoenbaar ook, ik omschrijf enkele beelden uit het boek en… de meeste zijn op het internet te vinden.

Studentenleider Daniel Cohn-Bendit die opgewekt, zelfverzekerd en uitdagend een oproerpolitieman in de ogen kijkt, aldus het in 1968 op Parijse muren gekladde Il est interdit d’interdire illustrerend.

Onvergetelijk ook is James Dean op Times Square (Dennis Stock, 1955). De vierentwintigjarige Rebel without a Cause zou later dat jaar omkomen in een auto-ongeval. Een afwezig ogende James Dean op een zwart-witte regendag, sigaret in een mondhoek. In de waterplas achter hem, kringen zijn stappen na. Rechts in beeld schept een lange metalen balustrade diepte, met achterin een groot gebouw en flink wat reclames. Links, boven de ingang van cinema Astor valt te ontcijferen dat ze Twintigduizend mijl onder zee draaiden ‘in Cinemascope!’.

De Migrant mother (Californië, 1936) van Dorothea Lange grijpt nog steeds naar de keel. De fotografe volgde de migratiestroom werklozen veroorzaakt door de Wall Street beurskrach (1929) om hun armoe, wanhoop, waardigheid en trots in beeld te brengen.

Matt Black, Allensworth , Californië, 2014 – © Matt Black / Magnum

Voor zijn Geografie van de Armoede trok Black de hele VS door om de miljoenen ‘onzichtbare’ armen in hun mensonterende levensomstandigheden toch te vereeuwigen.

Met Warenhuis Birmingham (Alabama, 1956) verbeeldde Gordon Park trefzeker de Amerikaanse segregatie. Voor de ingang van dat grootwarenhuis wacht een beeldig wit en duur uitgedoste zwarte moeder met kind om afgehaald te worden. Boven de twee dames licht groot en roodblauw Colored Entrance op.

Er zijn geen handen om mijn gezicht te liefkozen (1962-63) toont een rondedans in de sneeuw van seminaristen in priesterkledij.

Natrappen

Apocalyptische beelden van oorlogsmensen, overgeleverd aan de genade van hun natie en de ongenade van wie daarom vijand heet te zijn. In maart 1992 sleurden enkele Servische soldaten een moslimfamilie uit hun huis en knalden ze als dolle honden af. Een jonge soldaat schopte nog even tegen het nog warme hoofd van een vermoorde vrouw. Ron Haviv, een Amerikaanse fotograaf, legde de onmenselijkheid van ontmenselijking op heterdaad vast.

Alessio Mamo –Een nieuw gedeelte van de begraafplaats van Irpin, in de buurt van Kiev, 2022 – © Alessio Mamo/Redux

Mamo begon eind februari 2022, enkele dagen na de Russische inval in Oekraïne, de oorlog te verslaan. In Irpin fotografeerde hij een nieuwe begraafplaats voor lichamen waarvoor geen laatste rustplaatsen meer te vinden waren. De bloemen en versieringen ogen nog kraakvers.

Aan het licht gebracht

De levensverhalen, avonturen en meningen van de fotografen zijn doorgaans lezenswaard. August Sander (Duitsland, 1876), een van de meest invloedrijke fotografen ooit, vond dat de primair esthetische functie van de fotografie moest worden vervangen door een maatschappelijke. Zijn onpartijdige camera registreerde zorgvuldig zogenaamd lagere sociale klassen.

In 1945 keerde de Zwitser Werner Bischof zijn geboorteland de rug toe omdat ‘het leven in vrede en welstand’ ons blind maakt ‘voor de immense ontberingen buiten onze grenzen’. Hij omschreef zichzelf liever niet als fotoreporter, een term die voor hem al te zeer verbonden was met de productie van sensatieverhalen.

De in 1947 in New York geboren Jane Evelyn Atwood begon met thema’s als ‘prostitutie’, ‘blinde kinderen’, ‘vreemdelingenlegioen’ en opnames van een Aidspatiënt. In 1989 startte ze een project op dat tien jaar zou duren: een tocht door veertig vrouwengevangenissen in Amerika, Europa en oostelijker gelegen landen. Too much time (2000), maar niet om de kinderen te zien opgroeien. Vier jaar later publiceerde ze in Sentinelles de l’ombre beelden van mensen verminkt door landmijnen in wat we afgelegen gebieden noemen.

Friendly fire

De beroemde foto van een naakt meisje, Phan Thi Kim Phùc, dat op 8 juni 1972 samen met anderen haar dorp ontvluchtte nadat hun huizen per vergissing met napalm waren bestookt door het eigen Zuid-Vietnamese leger – ook in dit boek wordt deze schrijnende opname onvolledig en onjuist geduid. De dorpelingen werden niet voortgedreven door soldaten, het zijn oorlogsfotografen die verwachtingsvol waren toegestroomd op de hoofdweg naar het dorp. Toen brandende dorpelingen op hen kwamen toegelopen, weken de fotografen uiteen om hen door te laten, zonder direct hulp te bieden. Zo kan het dat de journalisten op Nick Uts foto tussen het brandende dorp en de mensen in nood staan. De fotograaf rechts in beeld werd ook nu weggeknipt. Het mag niet zijn dat de man voor de zoveelste keer zijn camera herlaadt (zie voor het volledige verhaal mijn Kijken zonder zien, 2011, p.172-184).

Nick Ut – Tràng Bàng, Zuid-Vietnam, 8 juni 1972

Fotobox – zo genoemd omdat de eerste editie in een soort doos zat – is een prachtig uitgegeven lees-, kijk- en leerboek voor een zeer schappelijke prijs.

Koch, Roberto (ed.)– FOTO:BOX. 250 iconische beelden uit de geschiedenis van de fotografie, Bussum, THOTH, 511 blz., € 29,95

Gepubliceerd op het Salon van Sisyphus op 10.2.2024