Die verdraaide geschiedenis
In haar opiniestuk 'Nooit meer?' (De Standaard, 27.1) roept Diane Keyser, secretaris-generaal van het Forum der Joodse Organisaties, 'onze leiders' op om uit hun winterslaap te ontwaken en iets te doen aan het volgens haar wereldwijd oprukkend antisemitisme. Ze lardeert haar oproep met een resem historische en politieke onjuistheden en (al dan niet bewuste) verdraaiingen.
De in 2005 door de VN ingestelde 'dag voor de herdenking van de Shoah' was helemaal niet bedoeld ter herdenking van 'de genocide tegen Joden, zigeuners en homoseksuelen'. Er is in de hele tekst en in het hele eraan voorafgaande debat in de VN niet één keer sprake van zigeuners of homoseksuelen. En bovendien is er nooit een genocide gepleegd op homoseksuelen.
De internationale holocaustherdenkingsdag werd door de VN ingesteld ter gelegenheid van de 50ste verjaardag van de bevrijding van Auschwitz, zoals ook wordt aangegeven door de werkelijke benaming van die dag: 'Internationale herdenkingsdag ter ere van holocaustslachtoffers'. De tekst spoort de VN-lidstaten aan om onderwijsprogramma's te ontwikkelen die de herinnering van deze tragedie levendig houden bij toekomstige generaties zodat er nooit nog genocides zouden plaats grijpen. Holocaustontkenning en uitingen van intolerantie tegenover mensen of groepen omwille van etnische oorsprong of religieuze overtuiging worden met klem verworpen.
Tijdens het debat voorafgaand aan de instelling van deze herdenkingsdag drongen een aantal (derde wereld) landen erop aan geen exclusieve internationale herdenkingsdag voor holocaustslachtoffers in te stellen maar wel één voor alle slachtoffers van genocides. Hun gemotiveerd verzoek werd niet gehoord.
Diane Keyser maakt nergens onderscheid tussen antisemitisme en anti-zionisme. Haar antisemitisme koppelt ze zonder blozen aan het zogenaamd links negationisme van Noam Chomsky, Norman Finkelstein en Roger Garaudy. Zij zouden de oorspronkelijk rechtse holocaustontkenning overgenomen hebben. Eerste fout: één van de eerste holocaustontkenners, Paul Rassinier, was een socialist en overlevende van een aantal concentratiekampen. Rassinier kroop in zijn pen toen een paar van zijn gewezen (niet-Joodse) kampgenoten Buchenwald met een gaskamer bedachten die er nooit geweest was. De reactie op Rassinier was zo hevig dat hij uiteindelijk zelf in de fout ging en ten tijde van het proces tegen Adolf Eichmann (begin jaren 1960) dan maar het bestaan van alle gaskamers ontkende.
Tweede fout: Noam Chomsky en Norman Finkelstein - twee uitgesproken anti-zionisten - hebben nooit getwijfeld aan de werkelijkheid van de jodenuitroeiing. Chomsky schreef vele jaren geleden een brief aan de Franse holocaustontkenner Robert Faurisson om hem ervan te verzekeren dat hij zijn recht op vrijheid van meningsuiting zou verdedigen ook al was hij het niet eens met hem. Finkelstein stelde in een aantal recente boeken de politieke en financiële uitbuiting van de holocaust door bepaalde Israëlische regeringen en bepaalde Amerikaanse joden aan de kaak. Door Chomsky en Finkelstein te koppelen aan de linkse negationist en anti-zionist Roger Garaudy (ook al een gedateerde affaire) én aan het hedendaags antisemitisme en begrijpelijk anti-zionisme in bepaalde moslimlanden, suggereert Diane Keyser dat ook in Europa het antisemitisme alweer in opmars is. Ze draagt daar niet één bewijs voor aan.
Haar tekst bevat nog vele onjuistheden en vertekeningen, zo droeg de 'Conventie voor het voorkomen en bestraffen van de misdaad van genocide' (1948) nooit de 'uitgesproken benaming Nooit Meer'. Dit 'nooit meer', oorspronkelijk de dure eed die na de Eerste Wereldoorlog werd gezworen, werd pas veel later op de jodenuitroeiing toegepast toen die als Holocaust gepromoot werd als politiek wapen en opvoedkundig middel. Je moet ziende blind zijn om niet door te hebben dat dit volop aan het gebeuren is en dat de geschiedkundige werkelijkheid daarbij zo vaak geweld wordt aangedaan, dat een beetje historicus er een dagtaak aan heeft om de vele verdraaiingen recht te trekken.
Niet elk verhaal is geschiedenis
Het verhaal over de jodenuitroeiing door de nazi's wordt vervormd en verdraaid in functie van de les die men er wil uit trekken. Het wordt een 'holocaust', een offer gebracht aan god, een 'dit-nooit-meer-les', een soort verlossing. Het staat iedereen vrij om van alles en nog wat toe te voegen aan de VN-tekst die de internationale herdenkingsdag voor de slachtoffers van de holocaust instelde, maar anders dan Diane Keyser beweert en Jan Mastay herhaalt (DS 1.2) wordt er in die tekst met geen woord gerept over zigeuners noch homoseksuelen. Erger, elke verwijzing naar slachtoffers van andere genociden werd welbewust geweigerd.
Yves Van de Steen houdt (DS 1.2) halstarrig vast aan een holocaust op homoseksuelen. Hij baseert zich daarvoor op het wetenschappelijk volledig achterhaalde boek van Richard Plant die het twintig jaar geleden over 40.000 homoseksuele slachtoffers had. Recenter en wetenschappelijker onderzoek heeft overtuigend aangetoond dat in het Derde Rijk naar schatting honderdduizend mannen werden gearresteerd op verdenking van homoseksualiteit. De helft daarvan kreeg een tuchthuisstraf, tien- tot vijftienduizend kwamen na het uitzitten van die straf in een concentratiekamp terecht, zestig procent hiervan overleefde dat niet. Dat betekent dat zo'n zes- tot negenduizend homoseksuelen in de nazi-kampen werden gedood of van ontbering zijn omgekomen. Vreselijk genoeg, maar géén genocide. Homoseksuelen werden anders dan Joden en Roma en Sinti niet systematisch opgepakt om ze (in gaskamers of anderszins) als 'volk' te doden.