Dierenrecht als mensenplicht
In Nederland, zuivelland bij uitstek en nog steeds het meest veedichte land (70% voor de export), was er de voorbije jaren veel te doen over dierenrechten. In 2008 diende de jonge Partij voor de Dieren een wetsvoorstel in om dierenrechten in de grondwet in te schrijven. Vorig jaar volgde een wetsvoorstel om onverdoofd ritueel slachten te verbieden. De Tweede Kamer was voor, maar hogerop werd geoordeeld dat mensenbelangen voorrang hebben op dierenleed.
Enorme belangen, vooral die van de bio-industrie. Een geperfectioneerd vernietigingssysteem waarin dieren op maat worden gefokt en met allerhande drugs of medicijnen worden opgefokt om zo vlug, zo veel en zo goedkoop mogelijk vlees op uw bord te toveren. Vijfhonderd miljoen dieren per jaar in Nederland alleen al, honderd beesten per gemiddeld gezin, vooral kippen.
Dat terwijl mensen met veel minder, ja ook zonder vlees kunnen. Plantaardige eiwitten zijn diervriendelijker, gezonder en belasten het milieu minder, de omgeving waar we met zijn allen middenin zitten. Wereldwijd richt de consumptie van dierlijke eiwitten 40% meer klimaatschade aan dan alle vracht- en personenvervoer samen.
Dierenrechten zitten in de lift. Zwitserland is sinds 2008 met zijn bijzonder gedetailleerde dierenbeschermingswet koploper. Een Zwitser die een hond wil aanschaffen moet eerst bewijzen iets af te weten van een hondenleven (potentiële ouders moeten dat gelukkig of helaas nog niet). Konijnen hebben per honderd gram lichaamsgewicht recht op zoveel kubieke centimeter hokruimte en moeten verdoofd worden voor de slacht. Paarden moeten zicht-, hoor- en reukcontact hebben met soortgenoten. In mei dit jaar kondigde het Amerikaanse Nonhuman Rights Project aan dat ze in naam van concrete dieren rechtszaken zullen aanspannen om gedaan te krijgen dat juridisch wordt erkend dat dieren subjecten zijn met recht op lichamelijke integriteit en vrijheid. Ook de begin dit jaar ingevoerde Nederlandse Wet Dieren stelt dat dieren geen zaken zijn, maar voegt daar onmiddellijk aan toe dat het ook geen subjecten, dus geen rechthebbende personen zijn. Mensen mogen dieren pijnigen als dat "een redelijk doel" dient. Zo goed als nooit het doel van het dier zelf en meestal niet eens in zijn belang. Adem en ziel Bij de beesten af! is een belangrijke bijdrage aan dit debat, zij het nogal op de Nederlandse actualiteit afgestemd. De lezer moet zich eerst door een aantal kritische bijdragen over rituele slachting en… jongensbesnijdenis worstelen. Sommige auteurs zeggen gespannen uit te kijken naar het eerste besneden 'slachtoffer' dat zijn ouders voor de rechter daagt. Mens en dier, levende wezens met eenzelfde adem of ziel (psyche), waren ooit ademgenoten of zielsverwanten (zoals ook terug te vinden in woorden als animal). Met de opkomst van Olympische goden en Griekse filosofie werd het menselijk intellect en (zelf)bewustzijn almaar verder opgewaardeerd en unieker geacht. Andere dieren werden bête, sprakeloos, stom en bijgevolg rechteloos. Geen Universele Verklaring van de Rechten van het Dier omdat het dier mens over rechten beslist. Het recht van de sterkste - of slimste – krek hetzelfde als in de woeste natuur. De Australische filosoof Peter Singer maakte in Animal Liberation (1975) duidelijk dat wie dieren slechter behandelt dan mensen, zich bezondigt aan soortisme (of speciesisme), zoals wie iemand van een ander ras discrimineert zich racistisch gedraagt. Dieren vetmesten in stressvolle gevangenschap, samengeperst met soortgenoten, zonder mogelijkheid tot normaal gedrag, is dier- en mensonwaardig, een smet op een beschaving die zich erop beroept op te komen voor wie dat niet voor zichzelf kan (zwarten, vrouwen, baby's, mentaal gehandicapten, comapatiënten…). Rentmeesters Geen gemakkelijk debat. Moeten we aan alle meer dan één miljoen diersoorten (dezelfde) rechten toekennen? Zullen we zoals Jaïnisten (aanhangers van een Indiase religie en filosofie) het pad dat we begaan vooraf schoonvegen om geen insecten te vertrappen? Honden en katten koesteren, wolven en ratten verdelgen? Pluchen konijnen knuffelen, echte konijnen braden? Sommigen vragen zich af of (alle) dieren pijn kennen. Slakken, mosselen, garnalen en kreeften zouden bij gebrek aan centraal zenuwstelsel alleen de pijnprikkel voelen, zonder emotionele pijnervaring. Sommige neuropsychologen breiden dit uit tot (bijna) alle dieren en stellen dat pijn dus geen geldige grondslag vormt voor het toekennen van rechten. Maar zelfs als het onwaarschijnlijke waar zou zijn en dieren geen pijn ervaren, dan nog mogen we met ze niet uithalen wat we willen. Meevoelen - empathie – is immers een van de grondslagen van ons rechtvaardigheidsgevoel (denk aan onze houding tegenover mensen met een zeer laag of zonder bewustzijn). Minstens even belangrijk is dat alle levensvormen deel uitmaken van een wereldwijd ecosysteem dat zich in een dynamisch evenwicht bevindt. Dat evenwicht werd door de mens, oppermachtig door zijn scherper intellect, cultuur en industrie, steeds verder uit balans gebracht. De zich exponentieel voortplantende mens heeft almaar meer Lebensraum, offer- en slachtdieren nodig, en vervuilt aarde en atmosfeer zienderogen voorbij elk herstelpunt. Als we zo verder boeren, hebben we binnen vijftig jaar een extra wereldbol nodig. De Aarde is eindig, we zullen compromissen moeten sluiten. Wij mensen zijn de enigen die daartoe in staat zijn, maar we zitten niet alleen aan de onderhandelingstafel. Door de evolutie begunstigd met meer denkkracht en vrije wil, kunnen en moeten we optreden als rentmeesters van alle leven. Niet alleen als taak en voorrecht, ook uit welbegrepen eigenbelang. |