Vergelding en repressie (6) | De waarheid, niks dan de waarheid

Tien jaar geleden waren de programma's over de Nieuwe Orde, collaboratie, vergelding en repressie ongetwijfeld taboedoorbrekend. De onderwerpen die erin aangesneden werden waren tot dan zo goed als onbespreekbaar, voorwerp van een samenzwering van de stilte. Maurice De Wilde doorbrak die en dat is geen geringe verdienste. Dat riep destijds heel wat verontwaardiging op bij gewezen collaborateurs en sympathisanten, maar ook bij verzetslui, patriotten en geschiedkundigen. Louis van Brussel, leider van de Gewapende Partizanen, was van oordeel dat "De Wilde doet alsof collaboratie en weerstand hetzelfde waren. Maar de oorlog was geen voetbalmatch tussen witten en zwarten die door de witten is gewonnen met strafschoppen. Er zijn over de hele wereld vijftig miljoen doden gevallen. Er moet toch een verschil worden gemaakt tussen de twee partijen".

Voor sommigen brachten de programma's een ware kentering teweeg. De muur van stilzwijgen werd doorbroken, onbegrepen gevoelens en netelige kwesties werden bespreekbaar. Niet zonder moeite natuurlijk, meestal ging dat met felle emoties gepaard, maar de ban was wel gebroken. Dialoog werd mogelijk, de verwerking kon beginnen. In een latere bijdrage keer ik nog op dit gelukkig effect terug.

Zij die part noch deel hebben gehad aan collaboratie of verzet, vooral zij die na de oorlog geboren werden, vonden de reeks leerrijk, onthullend of... oersaai. Goede televisie voor de enen, slaapverwekkend gezeur over een lang voorbij verleden voor de anderen. Eén ding is zeker: de controversiële programma's van De Wilde waren hét gespreksonderwerp en de kijkcijfers van de BRT stegen zienderogen.

Vergelijkend onderzoek naar receptie en effect van de eerste uitzending en die van de heruitzending zou bijzonder interessant zijn. Maar niets wijst erop dat er voor de directe deelnemers aan het drama en diegenen die zich nog steeds tot een van beide kampen rekenen veel veranderd is. Een te sterk beladen verleden gaat niet voorbij. Overigens deed De Wilde er emotioneel alles aan om het vuur weer op te rakelen. Het is dan ook weinig waarschijnlijk dat de heruitzending tot verzoening kan bijdragen. Het valt te betwijfelen of het de juiste methode is "om deze omstreden periode uit onze oorlogsgeschiedenis op een evenwichtige en genuanceerde manier te belichten", zoals het in de VRT-verantwoording voor de heruitzending luidt.

Gekunsteld

Tien jaar na datum doet de reeks oudbakken en gekunsteld aan. Het begint al met de theatrale omlijsting en muziek, die je  eerder verwacht in een slechte James Bond film. De Wilde schuwt sensatiezucht noch goedkope effecten. Dat stoort in deze zwaarwichtige context. De tegenstelling tussen de soms niet te volgen bindteksten en de lossere interviews met overlevenden en getuigen is veel te groot.

De Wilde gaat op een merkwaardige manier met zijn getuigen om. Hij getroost zich weinig of geen moeite om ze te begrijpen of hun motieven te doorgronden. Hij benadert ze, zeker de verantwoordelijken onder hen, zoals een inquisiteur dat zou doen. De getuigenissen doen ook nogal ingestudeerd aan, er zijn duidelijk lange gesprekken aan voorafgegaan. Aan deze methode zitten nogal wat nadelen vast. Anders dan de interviewer kunnen de meeste geïnterviewden maar weinig rekening houden met het repetitiekarakter van de inleidende gesprekken, dat is ook hun taak niet. Maar daardoor komt het dat ze sommige belangrijke zaken niet herhalen als de camera's dan eindelijk draaien, tenslotte hebben ze ze al aan de interviewer verteld. Met als gevolg dat deze laatste meer dan wenselijk de rol van gespreksleider op zich neemt, getuigen die iets overslaan terug op het goede spoor moet zetten. Dat levert enigszins gekunstelde, gedirigeerde vraaggesprekken op. Veel lijkt voorgekauwd, de spontaneïteit is vaak zoek. De Wilde weet gewoon alles wat ze zullen zeggen en legt ze veel in de mond. Daarenboven worden de meeste getuigen slechts opgevoerd als illustratie bij de conclusies die De Wilde al uit zijn onderzoek getrokken had. Om daar als getuige tegenin te gaan moet je sterk in je schoenen staan.

Gemoraliseer

De niet zelden belerende toon en het gemoraliseer van de programmamaker zijn bijzonder storend voor wie probeert de hele geschiedenis enigszins afstandelijk te begrijpen. Neem de derde aflevering. Daarin wordt aandacht besteed aan een aanslag op een collaborateur die met een gewelddadige vergeldingsactie werd beantwoord. De verzetsman die de aanslag destijds pleegde was bereid anoniem te getuigen. De Wilde legt hem op het rooster. Hij was toch getrouwd en had drie kinderen? Hield hij er dan geen rekening mee dat hij ze in gevaar bracht? Dat de man duidelijk wel op een bepaalde manier bezorgd was en na de aanslag zijn dochter verwittigde, lijkt De Wilde te ontgaan. Hij gaat gewoon weer in de aanval. Met gespeelde onwetendheid vraagt hij naar de leeftijd van de dochter, om dan zeemzoet vast te stellen dat ze toch wel héél jong was. Als de man door de opgeroepen emoties niet meer uit zijn woorden geraakt, voegt De Wilde hem ongeduldig en geïrriteerd toe: "Ja, zeg het maar!". Op geen enkel moment informeert hij naar de ideologische beweegredenen van de man.

Emotioneel

De Wilde laat zich soms al te zeer meeslepen. Bijvoorbeeld wanneer hij op de buis, voor heel kijkend Vlaanderen, vermeldt dat de echtgenote van een kaderlid van de Tiense suikerraffinaderij die in augustus 1944 uit blinde vergeldingsdrang werd afgemaakt, hem niet te woord wou staan. Deontologisch is dat toch niet helemaal in orde. De Wilde's emotionele aanpak kan buitenstaanders aanspreken, maar de kloof tussen de vijandige kampen wordt er alleen maar groter door. Zonder zijn emotionele betrokkenheid en gedrevenheid zou De Wilde zijn jarenlange gespit waarschijnlijk niet volgehouden hebben, maar het is jammer dat hij daardoor zo weinig oog heeft voor de onverteerbare emoties en nog eens nodeloos olie op het vuur giet.

De Wilde heeft in deze programma's weinig of geen aandacht of respect voor de gevoelens en emoties van zijn getuigen, behalve als het om vrouwen gaat of om onschuldige slachtoffers, mensen die nog steeds niet begrijpen wat hun overkomen is. Soms heb je de indruk dat hij niet weet hoe om te gaan met de emoties die hij zelf opgeroepen heeft. Hij negeert ze, benoemt ze anders. In de vijfde aflevering bijvoorbeeld, het interview met de zonen Peumans die getuigen over de moord op hun vader, een VNV'er. De Wilde spoort hen aan onder woorden te brengen wat hen dat gedaan heeft, "het moet toch ne keer naar buiten gebracht worden". De ene zoon geraakt er niet uit, het wordt hem te machtig. Onverstoorbaar wendt De Wilde zich tot de ander, een arts, iemand die volgens hem "toch al veel meegemaakt moet hebben en dat onder woorden moét kunnen brengen". Als de man daar niet onmiddellijk in slaagt meent De Wilde dat hij aarzelt en dringt aan. De samengeknepen vuist van de man, die zichzelf wanhopig onder controle probeert te houden, ontgaat hem volkomen.

Bij andere gelegenheden zegt De Wilde te beseffen dat het soms erg pijnlijk is om alles weer op te halen, maar "de gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog mogen toch niet verloren gaan". Waarbij hij er vanuit gaat dat het gebeurde slechts voor één interpretatie vatbaar is en ook nog eens ongewijzigd in de herinnering bewaard gebleven is. De Wilde wil dé waarheid blootleggen. Hij neemt stilzwijgend aan dat deze enkelvoudig is, beseft niet dat ze dikwijls meervoudig is. Feiten en gebeurtenissen bestaan wel onafhankelijk van interpretaties, maar ze kunnen zelden of nooit benaderd, gekend of verklaard worden zonder subjectieve interpretatie, zonder verkleuring.

Oppervlakkig

Als geschiedschrijving blijft het allemaal een beetje aan de oppervlakte. Je krijgt alleen een selectie van getuigen te zien, degenen die bereid waren publiek te getuigen. Het blijft onduidelijk hoe ze zich verhouden tot de groep waar ze destijds deel van uitmaakten. Onwillekeurig worden alle verzetsstrijders en collaborateurs over dezelfde kam geschoren, gelijkgeschakeld met extremisten die terreur uitoefenden. Bepaalde provincies worden beter belicht dan andere, onder meer omdat er al serieus onderzoek naar gebeurde. Er komt geen enkele getuige van de zwijgende meerderheid aan bod, de mensen die noch collaboreerden noch verzet pleegden. Hoe hebben zij de terreur en tegenterreur beleefd? Vaststellingen en conclusies worden niet ingekaderd in een grotere context. Ging het er anders aan toe in andere bezette landen? En zo ja, waaraan ligt dat? De Wilde gebruikt de concentratiekampen om duidelijk te maken wat verzetslui riskeerden. Hij had zich daartoe mogen beperken, in plaats van de al zo schrikbarende aantallen gevangenen en slachtoffers (van Ravensbrück) nog eens sterk te overdrijven, en beelden van Westerbork te tonen bij een verhaal dat zich afspeelt in Birkenau en Bergen-Belsen.

Gepubliceerd in Telepro, oktober 1998