Een saaie pausgeschiedenis | Geen loon naar werken

De paus als plaatsvervanger van Christus, heerser over leven­den en doden, koning van hemel, aarde en onderwereld (gesymbo­liseerd door de pauselijke driekroon of tiara), is een product van het tweede millennium. Het grootste deel van de eerste duizend jaar van onze tijdrekening hadden de bisschoppen van Rome geen noemenswaar­dige macht. Er was toen geen almachtige paus, geen Kerkelijke Staat, centraal bestuursapparaat of onfeilbaarheid en dus ook geen kruis­tochten, inquisitie of brandstapels.

Het zou dus, staat op de achterkant van Mark Heirmans Mij is alle macht gegeven, wel eens kunnen dat het pausdom binnenkort of in elk geval in het derde millennium ophoudt te bestaan. In het boek vind je die krasse uitspraak niet terug. Daar staat alleen dat de kans groot is "dat de paustitel een heel andere inhoud zal krijgen". Heirman schrijft niet voor of tegen de paus, maar probeert de wor­dingsgeschiedenis van de pauselijke macht te schetsen.

Zoals bekend werd in de vierde eeuw het Romeinse Rijk gechris­tianiseerd én het christendom geromaniseerd. Keizer Theodosius (en niet zijn voorganger Constantijn) legde het christendom op als enige rijksgodsdienst. Het tot symbool van verdraag­zaam­heid omgedoopte marteltuig waarop Christus en vele anderen stierven, moest over de wereld heersen. De keizers zagen in het christendom "het bindmiddel om de rijkseenheid te herstel­len en die tegen de barbaren te verdedigen". Om de vrede in het rijk te herstel­len sloten ze een verbond met de bisschop­pen. Met deze magere uitleg moet je het als lezer doen. Van een politie­ke geschiedenis van de pausen mocht meer verwacht worden.

Van echte pausen was in elk geval nog geen sprake. De meesten waren bij hun aanstelling niet eens bisschop, sommigen waren getrouwd en hadden kinderen. Ze werden ook door het volk en de geestelijkheid van Rome aangesteld en hadden weinig macht.

In de achtste eeuw brak een nieuw tijdperk aan toen Pippijn de Korte met de zegen van de paus tot koning werd gezalfd. De westerse Kerk kreeg wereldse macht, de "spirituele en wereld­lijke macht vloeiden in elkaar over". Voortaan ontleenden koning en keizer hun macht aan god zelf, op voorwaarde dat ze de ware Kerk beschermden. Deze alliantie zou bijna duizend jaar standhouden.

De kruistochten, die in de elfde eeuw begonnen, speelden een belangrijke rol in de bestendiging en uitbreiding van het wereldlijke gezag van de pausen. De inquisitie werd ingesteld, de paus kreeg een heuse hofhouding en zijn verkiezing werd gereguleerd. De bisschop van Rome was een te belangrijk perso­nage geworden om de selectie nog langer aan het volk en de Romeinse clerus over te laten.

In de veertiende eeuw was de pauselijke suprematie totaal, ook koningen en keizers waren eraan onderworpen. Pas in de acht­tiende eeuw kwam daarin verandering, vooral met de Franse Revolutie die zich over Europa verspreidde. In 1870 was het gedaan met de wereldlijke macht van de pausen. Maar hun gees­te­lijke macht, die breidde almaar uit. Johannes-Paulus II, de huidige paus, is de grootste religieuze leider ooit. En dat zullen we geweten hebben: hij bezocht als eerste alle conti­nenten en heeft meer zalig- en heiligverklaringen op zijn naam dan al zijn voorgangers samen. In 1998 telde de wereld één miljard katholieken, meer dan één miljoen religieuzen, ruim 400.000 priesters en rond de 4.000 bisschoppen.

Dit boek is alleen voor wie aan slapeloosheid lijdt een aanra­der. De auteur heeft onmiskenbaar veel werk verzet, maar wel een saaie geschiedenis geschreven. Een karrenvracht namen, data en feitjes, tot en met (in de tekst) naam, nationali­teit en functie van de geraadpleegde auteurs. Een gortdroge opsom­ming, overladen met irrelevante weetjes. Wat dacht je van: "De abdij van Cluny, die het centrum werd van de grote hervormers van de 11de eeuw, berustte op een gift van Willem de Vrome, graaf van Auvergne, Velay, Mâcon en Burges en hertog van Aquitanië. Die deed op 11 september 910 afstand van zijn villa in Cluny en alle aangrenzende bezittingen, dorpen en kapel­len, horigen en vrijen, wijngaarden en velden, bossen en wouden, gecultiveerde en niet-gecultiveerde gronden...".

Heirmans verhaal van pausin Johanna is behoorlijk onvolledig. Hij rept met geen woord over de zaak-Mortara (een joods jonge­tje dat midden 19de eeuw door Pius IX werd ontvoerd, een affaire die internationaal weerklank kreeg) noch over de Zwarte Internationale (in 1870 opgericht om de maatschappelij­ke invloed en macht van paus en Kerk te herstellen). De Mal­leus Maleficarum of Heksenhamer (1486), een beruchte handlei­ding voor heksenvervolging, noemt Heirman "een beknopte ver­handeling". Alles is rekbaar, maar het exemplaar in mijn kast telt meer dan 540 grote bladzijden.

Er staan behartenswaardige zaken in. Bijvoorbeeld dat 'paus' werd afgeleid van het Latijns-Italiaanse papa, Vadertje of Heilige Vader, en in het eerste millennium ook voor andere bisschoppen werd gebruikt. Of dat de eerste christenen mili­taire dienst weigerden tot op het moment dat ze zelf macht kregen. Maar deze informatie is, bij gebrek aan zaakre­gister, niet makke­lijk terug te vinden. Een paar bruikbare bijlagen verdienen vermelding: de lijst van de 262 officieel erkende bisschoppen van Rome en een chronologie van het pausdom. Daarnaast ook een vrij irrelevant overzicht van de tien lang­ste en de elf kortste pontificaten, de elf jongste en twaalf oudste pausen...

De auteur is te braaf, er had best wat meer kritiek in gemo­gen. Geef mij maar Herders en wolven van Karlheinz Deschner of zijn Andermaal kraaide de haan, een ontmaskering van het christendom!

Het boek leest ook niet vlot. Krakkemikkige, soms plechtstati­ge taal en veel herhalingen. Het gebruik van 'tijdelijk' in plaats van 'wereldlijk' zet je telkens weer op het verkeerde been ("tijdelijke macht", "tijdelijke overwinning" en "tijde­lijk gezag" van de pausen). Ook de redactie had beter gekund, maar misschien zijn ze er bij in slaap gevallen. Ik kan het ze niet kwalijk nemen.

Heirman, Mark - Mij is alle macht gegeven. Een politieke geschiedenis van de pausen, Houtekiet/Gooi en Sticht, Antwer­pen/Baarn, 2000

Gepubliceerd in De Morgen