De secondewijzer van de geschiedenis | De media

Midden negentiende eeuw, het tijdperk waarin de pers tot vierde macht uitgroeide, noemde Arthur Schopenhauer kranten de secondewijzer van de geschiedenis. Als geschiedkundige lijkt me dat nog steeds een rake typering van het meeste nieuws. Als specialist word ik nu en dan direct bij de berichtgeving betrokken en die ervaring heeft me alerter gemaakt op bewerking, vervorming en manipulatie van informatie.

In deze bijdrage zal de meeste aandacht naar het televisienieuws gaan. Door de combinatie van gesproken woord en bewegend beeld, directheid en ogenschijnlijke authenticiteit, is televisie het massamedium bij uitstek. Van alle media heeft ze de grootste uitstraling en invloed, zowel op consumenten, machthebbers, publieke opinie als op andere media. Haar effect op mens- en wereldbeeld kan ternauwernood worden overschat. Het jour-naal - al lang méér dan dagelijks - is voor talloze mensen het belangrijkste, soms zelfs het enige venster op de wereld. Velen spelen daarop in. Adverteerders en politici maken dankbaar gebruik van de kijkdichtheid om hun koopwaar direct aan huis te bezorgen. Autoriteiten, en een enkele keer ook humanitaire organisaties, overdrijven soms het aantal slachtoffers van een ramp om haar nieuwswaarde te verhogen, in de hoop sneller of meer hulp te krijgen. De media geven de werkelijkheid niet alleen weer, ze vormen en vervormen ze ook. Ze zijn niet slechts doorgeefluik, medium, maar vormen en sturen de publieke opinie, bepalen voor een stuk de agenda van politiek en gerecht.

Kritiek op de pers is zo oud als het medium zelf. Haar functie als waakhond van de democratie, bewaakster van politieke en andere machthebbers, is daar zeker niet vreemd aan. Maar het zijn doorgaans keffertjes die de hoogste toon aanslaan, en sommige waakhonden lijken de laatste tijd wel door het dolle heen. En, zoals nog blijken zal, er is veel meer aan de hand. In media-middens groeit het bewustzijn dat het zo niet verder kan. Om draconische maatregelen van overheidswege te voorkomen, is men aarzelend met zelfregulering begonnen. Liever een deontologische raad voor de journalistiek, dan een van bovenaf gedirigeerde orde van journalisten.

Veel problemen hangen samen met de nieuwsinflatie en nieuwsdwang, beide het product van commercialisering, ten top gedreven concurrentie en technische vooruitgang. We horen en zien steeds verder (tele-visie). Met de satellietverbinding is nieuws quasi ogenblikkelijk geworden. Geen afstanden, geen tijdverlies meer. Minder ruimte voor afstandelijkheid, minder tijd voor reflectie. Rechtstreekse verbinding, directe waarneming en verklaring: real-time coverage. Overschakelen naar de reporter ter plaatse, zelfs als die alleen melden kan dat er niets te melden valt. De verbinding is het nieuws. Doordat instantnieuws met de snelheid van het licht reist, lopen het denken en de interpretatie hopeloos achter. In de wedloop om als eerste het laatste nieuws te brengen, heeft het nieuws zichzelf voorbijgestoken en uitgehold. Maar het is, zoals de goden van weleer, wel alomtegenwoordig.

Nieuws is wat nieuw, onbekend is. Hoe sneller het nieuws, hoe vlugger het bekend, 'ouds' is. De actualiteit wordt aldoor korter. Dit versneld verouderingsproces verplicht nieuwsmakers tot steeds meer, nieuwer en haastiger nieuws. Gebeurtenissen die niet direct geïnterpreteerd kunnen worden, hebben een geringe actualiteitswaarde en vallen uit de boot. Wat langer duurt dan de nieuwsfrequentie van het medium, krijgt minder aandacht. Nieuws is haastig en ongeduldig. Door de heerschappij van het ogenblik(kelijke), overheersen prioriteit en primeurs. De scoop - afgeleid van het Engelse werkwoord voor 'wegscheppen' (van voor de neus van de concurrentie) - is de nieuwe afgod.

Minder opvallend maar even verontrustend is, dat wie niet wil meewerken aan de kaak wordt gesteld. De media nemen het niet dat een school die een leerling doorstuurde omdat hij een leerkracht had bedreigd, weigert de poorten wijd open te gooien voor de camera's. Kennelijk ontgaat het hen dat doorgedreven publieke aandacht nefaste gevolgen kan hebben. Sensatie gaat voor. Een vrouw die zich met haar kinderen onder een trein gooit als hoofdpunt van het journaal, de vijftigste verjaardag van de verklaring van de rechten van de mens pas twintig minuten later (VRT). Het mogelijke verband tussen dit soort verslaggeving en sommige zelfdodingsgolven, negeert men, of neemt men er gewoon bij. Ook domheid is een mensenrecht.

Nieuws wordt ingevuld. Wat je te zien krijgt is een selectie uit de overvloed aan gebeurtenissen en feiten. Journalisten kennen nieuwswaarde toe, bepalen wat een gebeurtenis is en wat niet. Die keuze wordt gestuurd door het waardenpatroon van de verslaggevers en hun nieuwsgerichte belangstelling. Beide worden vervormd door inteelt: journalisten verslinden nieuwsproducten, volgen elkaars prestaties op de voet ("wat hebben wij niet?") en betrekken de meeste grondstoffen bij dezelfde persagentschappen. Iedere dag opnieuw worden de nieuwshorloges gelijkgesteld, de hiërarchie van nieuwswaardigheid bekrachtigd.

Vroeger verliep de selectie vooral volgens persoons-, beroeps- en nieuwsgebonden criteria; tegenwoordig dicteren de kijkcijfers almaar meer wat in het nieuws komt. Sommige Amerikaanse tv-stations laten de kijkers door middel van enquêtes beslissen waarover ze ingelicht willen worden, welke vragen aan politici gesteld moeten worden. Vox populi, vox Dei. Met vervlakking en verschraling tot gevolg. Uit angst elitair over te komen wordt kwaliteit voor populisme ingeruild. Het de kijkers naar de zin maken. Zware en shockerende onderwerpen zoveel mogelijk mijden. Bij de BBC zouden er richtlijnen bestaan om lijken en bloed vóór een bepaald uur uit het nieuws te weren. Nieuws dat de kijkers niet belast, tot niets verplicht, krijgt absolute voorrang. Faits divers, gemengd nieuws, lopende nieuwtjes, wat courant (krant) is. Anekdotische tijdingen, zonder veel diepgang of gevolgen. Gedramatiseerde verhaaltjes, sensatie en spektakel. Elke dag dezelfde karikatuur van de werkelijkheid - géén nieuws dus. Nieuws op maat van de massa, massamedia. Natuurrampen, ongevallen en overvallen: het geruststellende effect van andermans tegenspoed. Een vleugje geweld en seks kan nooit kwaad. Tot en met een moeder die komt uitleggen wat er precies gebeurd is met haar verkrachte dochtertje (een van de slachtoffers van Dutroux - RTBf, VRT). Iets ingewikkelder nieuws, berichten over gebeurtenissen die geografisch, etnisch en (dus) gevoelsmatig verder afliggen, worden in een apart blok samengeperst. Maar vooraf wel een paar luchtige, sappige stukjes aankondigen (VTM). Een kwestie van klantenbinding, het doorzwelgen vergemakkelijken, kijkers de kans geven zich even te verwijderen.

Actualiteit wordt meer en meer met actie verward. Men actualiseert, verwerkelijkt. Absolute actualiteit, directheid en echtheid: real life television, dát is de norm. Het leven zoals het is, om met de titel van een gelauwerd tv-programma te spreken dat alledaagse problemen van gewone mensen in beeld brengt. En dat is volgens de producer "eens iets anders dan de moordenaars, drugsverslaafden, prostituees en andere randfenomenen die de mensen de laatste jaren te zien kregen. De kijker stapt zelf in het dagelijkse leven van anderen, kan alles op de voet volgen". De beeldbuis als spiegel. Het scherm geraakt stilaan overbevolkt met gewone mensen. Inspelend op het volksgeloof dat wie iets met eigen ogen gezien heeft absoluut geloofwaardig is, komen ook in het journaal steeds meer getuigen aan bod, al is het maar om te melden dat ze een enorme klap hebben gehoord.

Gebeurtenissen en personen die in de media komen, stijgen in aanzien. De nieuwswaarde verhoogt door media-aandacht. Soms verdringen de gemedieerde gebeurtenissen de werkelijkheid. Om Buren niet te missen, keuvelen we minder met de buren. Wie een wielerwedstrijd 'rechtstreeks' op televisie volgt, ziet meer dan wie aan de kant van de weg blijft staan. Het verbeelde leven is intenser, overzichtelijker, veiliger en vollediger.

Door de nieuwsdiarree en de verkleutering van het journaal vervlakt ook het kijken. Het nieuws wordt achtergrond, decor, ruis, iets waarbij je andere dingen kunt doen. Boterhammen smeren, koffie zetten, kinderen aansporen, de krant lezen. Gewenning aan dagelijkse kost. Snuifje van dit, greepje van dat. Aandacht trekken en door prikkeling vasthouden. Openen met herkenbare menselijke drama's. De kijker emotioneel betrekken door directe, oppervlakkige identificatie. Vooral niet beginnen met politiek of economisch nieuws, laat staan met de chronische ellende in de derde wereld. Hoe tragischer en spectaculairder de dood, hoe meer aandacht. Zeker, maarblijven sterven aan de andere kant van de wereld, is geen nieuws.

De wereld in je buiskamer, alsof je er zelf bij bent. Maar wat moet je ermee? In 1944 al wees Arthur Koestler op de kloof tussen verafgelegen ellende en ons ongeloof. "Ons geweten krimpt in naarmate onze communicatiemiddelen zich ontwikkelen." Hij stelde voor na lectuur van de krant twee minuten de ogen te sluiten, je in te beelden een van de volgende slachtoffers te zijn. Maar beelden van slachtoffers worden nu al decennialang massaal thuisbezorgd. Ze moeten niet meer ingebeeld worden. Onze belevingswereld is exponentieel vergroot zonder dat onze inleving kon volgen. Moraal strekt zich alleen in theorie tot de hele wereldbevolking uit. In de praktijk valt dat tegen; inleving en humanitaire hulp zijn begrensd. 

Nieuws daarentegen is onbegrensd. Waar het ontbreekt, wordt het vervaardigd. Vooruitlopen op gebeurtenissen is een vrij onschuldig voorbeeld hiervan. Vooral bij het verplicht dagelijks sportnieuws valt dat op. Het gaat vaak meer over wat te gebeuren staat, dan over wat gebeurd is. Geroddel over de mogelijke, waarschijnlijke en tenslotte definitieve samenstelling van de nationale voetbalploeg, om maar iets te noemen. Een oeverloos voor- en naspel, zoals tijdens verkiezingsperiodes, of bij de zoveelste poging om per ballon de wereld rond te reizen.

Beelden worden niet alleen geënsceneerd (zoals de handdruk tussen twee staatslui) maar ook gemanipuleerd en geconstrueerd. Enkele maanden geleden schoof Marie-José van Saksen-Coburg, de tante van wijlen koning Boudewijn, plots in beeld. Koninklijk nieuws wil er altijd wel in. Kort na de Tweede Wereldoorlog was Marie-José gedurende een drietal weken koningin van Italië geweest. Nadat het Italiaanse volk zich voor de republiek had uitgesproken, werden zij en haar kinderen verbannen. Door een wijziging in de Italiaanse grondwet mochten ze nu weer Italië binnen. Buiten beeld vroeg een reporter aan Marie-José wat ze daarvan vond. Ze antwoordde volkomen naast de kwestie ("Ach, wat is geluk?"). Je kreeg de indruk dat de toch niet meer zo jonge Marie-José lichtjes aan het dementeren was. Niets daarvan, haar 'antwoord' werd koudweg uit een ander VRT-programma gelicht. Een portret van een aantal koningskinderen waarin haar gevraagd werd of ze, terugkijkend op haar leven, gelukkig was geweest. Waarop ze relativerend zei: "Ach, wat is geluk?".

Weglating is een andere favoriete vorm van werkelijkheidsvervorming. De onbedoelde censuur die het gevolg is van de nieuwsselectie, maar het gebeurt ook bewuster. Onder meer door toe te geven aan de druk die uitgaat van smeuïge verhaaltjes en stereotiepe verwachtingen. Toen de enige historicus die toegang heeft tot de Belgische archieven over de geplunderde joodse goederen de vraag kreeg voorgelegd of Belgische banken na de oorlog stappen hadden ondernomen om de rechtmatige eigenaars op te sporen, antwoordde hij daar ondubbelzinnige sporen van teruggevonden te hebben. In het VTM-journaal die avond werd dit historisch feit vervalst tot de mededeling dat de banken zich niet de minste moeite hadden getroost.

Nieuwsmakers zijn niet te beroerd om zelf de hand aan de ploeg te slaan. Het geruchtmakend interview met Fidel Castro, die pas na een jaar aandringen zou hebben toegestemd (Carlton Television, 1997), bleek bij nader toezien een collage te zijn van flarden gesprek die Castro's persoonlijke cameraman in de loop der jaren had opgenomen. Beelden hebben, als mechanische reproducties van de realiteit, een hoog werkelijkheidsgehalte en grote overtuigingskracht. Mensen geloven dat de camera niet kan liegen - 'de spiegel met een geheugen' noemde de uitvinder van het draagbare fototoestel, George Eastman, hem. Tot voor kort vergde bewuste beeldmanipulatie enige inspanning en kennis, maar met de komst van digitale foto's en speciale computerprogramma's kan iedereen na een paar uur oefenen aan de slag. Een gehandicapte in een rolstoel op een foto van het triomferende Britse cricketteam? Zo weggeborsteld! (The Sun, augustus 1998). Kort voor de dood van Diana en Dodi Fayed pakte The Mirror uit met een foto waarop ze elkaar kussen, "the picture they all wanted". Op de echte foto kijkt Fayed de andere kant op, weg van Diana. Het kus-effect werd bekomen door zijn hoofd in de andere richting te keren.

Met het oog op het nieuws worden gebeurtenissen getimed en in het leven geroepen. Niemand staat nog stil bij het fenomeen persconferentie. Andere mediagebeurtenissen zijn echte happenings om aandacht te trekken. Generaal Schwartzkopf kreeg van het Witte Huis bevel de Golfoorlog (1991) met vijf uur te rekken, zodat hij precies honderd uur geduurd zou hebben. Een 'honderd uren oorlog' spreekt nu eenmaal sterker tot de verbeelding van de media (en van de geschiedenis). Vroeger kwamen mensen om omdat het nieuws te traag was (veertien dagen nadat in België de vrede was ondertekend, sneuvelden in 1815  bij New Orleans nog tweeduizend Engelse en Amerikaanse soldaten), nu om de te snelle actualiteit te rekken.

De voortdurende staat van zelfopwinding waarin de media verkeren tast het normbesef aan, leidt tot deontologische en morele vervlakking. Oorzaken, verklaringen en beelden worden inderhaast ingevuld, bronnen worden onzorgvuldig gecheckt. Sommige verhalen zijn gewoon te goed om niet waar te zijn. Embargo's worden schaamteloos doorbroken. Het lekt aan alle kanten, dikwijls zonder maatschappelijke noodzaak. Het recht op privacy en de rechten van verdachten worden met voeten getreden. De goede naam van mensen, of wat daarvan rest, wordt te grabbel gegooid. Toen enkele maanden geleden de echtgenote van Etienne Mangé zichzelf om het leven bracht, zoemden de camera's niet alleen onbetamelijk op haar verkoolde resten in, maar vertoonde men ook klankloze beelden van de echtgenoot die breed grijnzend de pers te woord stond (VRT-journaal). De beelden waren enkele dagen voordien gemaakt, in het kader van het Agusta-Dassaultproces. Geen boos opzet, wel morele luiheid.

Er wordt op nieuws en op mensen gejaagd. De media dringen zich aan de werkelijkheid op en manipuleren mensen. De grens tussen realiteit en fictie wordt flinterdun. Een Antwerps juwelier die even tevoren een dief had doodgeknald, werd door VTM aangespoord alles nog eens over te doen voor de nieuwscamera's, waarop de man vervaarlijk met zijn revolver begon te zwaaien. Televisiestations worden soms tijdig op de hoogte gebracht van een politieraid. Dreigt de vangst voor het oog van de camera's tegen te vallen, dan kan het gebeuren dat de politie zelf de drugs verstopt die ze zoekt. De actualiteit wacht soms op de camera om van start te gaan. Toen in Brussel Turkse jongeren huizen van Koerden belegerden, was de Turkse televisie vooraf uitgenodigd. Op zoek naar directe beelden en indrukken rijden televisiecameraploegen mee met ambulances, (Blik op de weg, NCRV). Daarop verspreidde de VPRO kaartjes met No press allowed, een rood doorstreepte tv-camera en het verbod de drager van de kaart te filmen of te interviewen mocht hij bij een verkeersongeval betrokken raken. Vorige zomer pakte HUMO uit met een interview van een man die uiteenzette dat hij zeer binnenkort zijn vrouw, twee volwassen kinderen en vervolgens zichzelf van kant zou maken. De journaliste spande zich niet in om de moorden te voorkomen. Een paar dagen na de moordpartij voerde HUMO het interview wel als publiekstrekker op.

Media informeren niet alleen, ze vullen in, sterken mensen in hun overtuigingen. Mens- en wereldbeeld, moraal en collectieve herinnering worden dagelijks bijgestuurd door de verborgen agenda van het televisienieuws. De productie en consumptie van nieuws als een soort werkplaats waarin waarden en normen worden gerepareerd, zonder dat iemand dat bewust nastreeft. De nieuwsselectie verloopt volgens westerse, nationale en behoudsgezinde waarden. Bezit, consumptie, prestatie en succes. Je moet niet meteen een kritische kijk op de vrije markteconomie of het kapitalisme verwachten. Veel aandacht voor normovertreding, criminaliteit en hun bestraffing. Chaos en orde, angst en geruststelling. Iedere dag opnieuw worden we in onze morele angsten en overtuigingen bevestigd. Sport is blijkbaar een centrale waarde, volledig geïntegreerd in het dagelijkse nieuws. Culturele manifestaties en prestaties krijgen heel wat minder aandacht. Toch is waarschijnlijk de helft van de bevolking niet in (wedstrijd)sport geïnteresseerd. De mannelijke inslag van het nieuws, of een brood-en-spelen mentaliteit? En dan het rampentoerisme, het voyeurisme van journalisten en camera's, verlengstukken van onze zintuigen. Het geruststellende gevoel aan iets ontsnapt te zijn, gekoppeld aan het voornemen het wat kalmer aan te doen in het verkeer. Van jongsaf bepaalt het journaal mee wat van belang is, wat we horen te weten, denken, voelen en doen. We zijn dermate aan het stichtelijk schouwspel gewend, dat het moeite kost haar waarderende en normerende werking te onderscheiden.

Steeds vaker wordt aan de man en de vrouw in de straat gevraagd hoe zij het zouden aanpakken. In druk bekeken talkshows worden ernstige maatschappelijke problemen 'opgelost' door gewone mensen, zonder speciale kennis of bekwaamheid terzake. Toen de dronkeman die een gezin in de vernieling had gereden na enkele maanden in voorlopige vrijheid werd gesteld, trok een VTM-nieuwsploeg naar de plaats van het onheil om dorpsbewoners naar hun mening te vragen. Een toevallige voorbijganger opperde dat de man vast door schuldgevoelens werd gekweld, en voegde daaraan toe dat het niet aan hem was om over hem te oordelen. 's Avonds bleek dat deze impliciete kritiek op een bedenkelijke journalistieke praktijk zorgvuldig weggeknipt werd. De televisie als volksgericht. Terug naar de tijd dat overtreders van de groepsnorm door groepsleden werden bestraft?

Bij geruchtmakende affaires, die niet zelden door de media in het leven geroepen worden, werken de media als klankbord voor de massale emoties. Aftasten hoe de massa reageert, dan meeleven en erop inspelen, tot en met de productiemiddelen van het nieuws ter beschikking stellen. De media als megafoon voor de publieke opinie. Vrijwel onmiddellijk wordt het woord verleend aan mensen in tranen of in woede. De overlopende emoties worden uitvergroot door journalisten die niet zelden zelf aangestoken worden, er niet meer in slagen de nochtans noodzakelijke afstand te bewaren. De intensiteit van de opgezweepte collectieve emotie vertaalt zich in nieuwshonger, intensieve gebruikmaking van de media, overconsumptie.

De nieuwsflaters en manipulaties die niet onopgemerkt aan ons voorbijgaan, verdwijnen snel uit onze herinnering. We moeten tenslotte op de hoogte blijven, kunnen onmogelijk alles zelf controleren. Door deze afhankelijkheid kunnen we het ons niet veroorloven de betrouwbaarheid van het nieuws al te lang in vraag te stellen. Eén ding is evenwel zeker: vanavond gaat het doek weer op voor de volgende voorstelling (van zaken).

Gepubliceerd in De Morgen, 20 februari 1999.