Beschaafde wereld | Raul Hilberg - The Destruction of the European Jews

Hét standaardwerk over vervolging en uitroeiing van joden door de nazi's,The Destruction of the European Jews van Raul Hilberg, verscheen al in 1961, toen er nog maar weinig belangstelling was voor deze gruwelijke geschiedenis.

Hilberg (°1926) had als jonge Oostenrijkse jood een en ander aan den lijve ondervonden. In 1939, het jaar na de aanhechting van Oostenrijk door nazi-Duitsland (de Anschluss), vluchtte het gezin waarin hij opgroeide naar de Verenigde Staten. Zesentwintig minder fortuinlijke familieleden zouden tijdens de oorlog omgebracht worden. In 1944 keerde Hilberg terug naar Europa, in Amerikaans legeruniform. Na de bevrijding nam hij als getuige van het VS-departement van justitie deel aan een van de processen tegen Duitse oorlogsmisdadigers.

Terug in de VS, ging Hilberg politieke wetenschappen studeren. In 1955 promoveerde hij op een onderzoek over de jodenmoord. Drie jaar later was zijn boek af, de eerste wetenschappelijke poging om de vraag te beantwoorden hoe een hoogbeschaafde natie als de Duitse, de vele door de beschaving ingebouwde barrières tegen vervolging en uitroeiing van Anderen had kunnen omzeilen.

Een onderzoek naar oorzaken dus, naar daders en hun machtsmiddelen, met relatief weinig aandacht voor de slachtoffers. Geen boek over joden maar over diegenen die hen vernietigden. Hilberg beantwoordt 'technische' vragen als, welke administratieve en psychische determinanten maakten de uitroeiing van meer dan vijf miljoen mensen mogelijk? Geschiedkundig en politicologisch gezien is dat geen ongebruikelijke, misschien wel een noodzakelijke invalshoek, maar gezien de persoonlijke betrokkenheid van Hilberg toch niet meteen vanzelfsprekend.

Ook voor de buitenwereld niet, Hilberg vond niet makkelijk een uitgever, vooral omdat Yad Vashem (het Israëlische herdenking- en onderzoekcentrum voor de judeocide) weigerde zijn boek te steunen omdat het volgens hen te kritisch was voor de slachtoffers. De tijd was niet rijp - is nog steeds niet rijp - voor een afstandelijke benadering, vanuit het perspectief van de daders. Hilbergs meesterwerk is overigens nog altijd niet in het Hebreeuws verschenen.


Ontmenselijking

Het destruction of vernietiging in Hilbergs titel omvat meer dan het gebruikelijke uitroeiing. Die laatste term reserveert Hilberg voor de terminale fase van een veel langduriger vernietigingsproces. Dat proces verliep volgens een bepaald schema: definiëring (wie is jood, halfjood, zigeuner?); onteigening (van goederen, beroep, rechten, vrijheid, gouden tanden, haar); concentratie en isolering (segregatiewetgeving, getto's, kampen) en tot slot van dit ontmenselijkingproces, uitroeiing. 

Die fasen waren niet chronologisch afgelijnd maar liepen door elkaar. Het schematisch verloop betekent ook niet dat het om een demonisch, op voorhand uitgekiend plan ging; het schema is een construct achteraf, lijkt alleen retrospectief vanzelfsprekend. In werkelijkheid ging alles geleidelijk, tentatief in zijn werk. Genomen maatregelen werkten verdergaande stappen in de hand, maakten ze denkbaar en mogelijk. Wat ook weer niet betekent dat de daders willoze instrumenten waren. Ze gaven zich wel degelijk rekenschap van het discriminerend en repressief karakter van de anti-joodse maatregelen die ze uitvoerden of bedachten, maar ze kenden de uitkomst van het vernietigingsproces niet (die was ook voor hen lange tijd ondenkbaar), beseften niet eens dat het om een proces ging.

De destructie of vernietiging van joden (en zigeuners) was niet het werk van enkele psychopathische of immorele individuen, maar van een hele maatschappij. De vier bureaucratieën van het Duits administratief apparaat - ministeries, leger, bedrijfsleven, partij - werkten voorbeeldig samen. Elke deportatie vereiste tal van administratieve maatregelen. Er moest onder meer gezorgd worden voor een trein, een machinist, een uurregeling, bewakers, bevoorrading, financiering (groepstarief!)... En eens het konvooi vertrokken, begon het echte werk: regelen van onbetaalde rekeningen van de weggevoerden; juridisch funderen van de inbeslagname van hun onroerend goed; legaliseren van de stopzetting van pensioenuitkeringen (officieel waren ze niet dood). En al die tijd leverden ministeries, politiediensten en andere administraties onderling strijd voor de verdeling van kosten en buit.


Methodisch

Alles en iedereen was bij de vernietigingsmachine betrokken, ze viel samen met de Duitse samenleving. De daders vormden een dwarsdoorsnede van de bevolking. Op elke trede van de hiërarchie pasten gewone mensen, ambtenaren, normale procedures toe op een uitzonderlijke situatie. Dienstklopperij, de behoefte zich een goed nazi te tonen of 'gewoon' de zorg degelijk werk af te leveren - dat alles bracht een reeks spitsvondige maatregelen voort om de slachtoffers (nog beter) te vernietigen. Hilberg doet het technisch en psychisch proces, vernietigingsmachine en bijbehorende mentaliteit, methodisch uit de doeken.

Het welslagen van het vernietigingsproces hing ook af van de reacties van de slachtoffers. De meeste joden (en zigeuners) bedachten geen strijdbare strategieën maar vielen terug op ingeroeste gedragspatronen: de dreiging verkleinen of neutraliseren door argumentatie; de vervolgers gunstig stemmen door anticiperende onderwerping, meegaandheid en medewerking; zich onmisbaar maken door hard voor ze te werken. Kortom, de reactivering van gedragspatronen waardoor diasporajoden eeuwenlang discriminatie en vervolging hadden kunnen overleven - dit keer met catastrofale gevolgen.

Hilberg oordeelt streng maar veroordeelt niet. Hij maakt duidelijk dat de slachtoffers geen schijn van kans hadden. De paar joodse opstanden bespreekt hij vanuit een soort verwondering, na aangetoond te hebben hoe hopeloos elk verzet leek en in feite was. Het vernietigingsproces verliep geleidelijk en onvoorspelbaar; de terreur en machteloosheid werkten verlammend; velen overtuigden er zichzelf van dat de storm wel luwen zou, stelden vlucht en verzet uit tot het te laat was. En al die tijd keken de omstanders toe; joden en zigeuners werden massaal aan hun lot overgelaten. Hilberg sluit de (voorlopig) laatste editie van zijn levenswerk af met een beschrijving van de recente genocide op de Tutsi's in Ruanda en het eens te meer passief toekijken van de hele beschaafde wereld.

 

Raul Hilberg - The Destruction of the European Jews, Yale University Press, 2003, 1440 blz, $ 150 - ISBN 0 300 09557 0

De Franse editie (Fayard, 1988) is veel minder duur (69 euro) maar gebaseerd op de voorlaatste versie

Deze bijdrage verscheen in de reeks 'De klassieker' in De Tijd van 28 februari 2004