Wie niet pro is, is anti | Holocaust en antisemitisme als excuus

Op 9 november was het weer zo ver: achttien Palestijnse burgers, vrouwen en kinderen, in hun slaap vermoord door Israëlische militairen. Een ongeluk, suste Israëls premier onmiddellijk. Spijtig maar, voegde hij manmoedig toe, het zou vast en zeker nog gebeuren. Chutzpah heet dat in het jiddisch: schaamteloze brutaliteit. In Beyond Chutzpah (2005) stelt Norman Finkelstein pro-Israëlische misbruik van holocaust en antisemitisme aan de kaak. Dat boek werd nu ook in het Nederlands vertaald.

Alle mensenrechtenorganisaties en vrijwel alle historici zijn het er ondertussen eens over verleden, heden en toekomst van het Midden-Oostenconflict. Bij de stichting van de Joodse staat werden talloze Palestijnen verjaagd; sinds de zesdaagse oorlog (juni 1967) worden de mensenrechten van Palestijnen systematisch geschonden; Israël voert een annexatie- en segregatiepolitiek. De internationale gemeenschap is het er ook over eens dat alleen een twee-staten oplossing soelaas brengen kan. Israël moet zich volledig terugtrekken uit de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook; de Joodse staat moet erkend worden binnen de grenzen van voor de zesdaagse oorlog. Alleen de VS, het minuscule eilandje Dominica en... Israël stemden in 1989 tegen deze VN-resolutie.

Consensus of niet, telkens weer laait de controverse rond het Midden-Oosten op. Israël blijft ongestraft VN-resoluties naast zich neerleggen, gebieden bezetten, atoomwapens maken, buurlanden binnenvallen, duizenden burgerslachtoffers maken. Om die reden, stelt Finkelstein, wordt de controverse in stand gehouden; het is een afleidingsmanoeuver. Gaat Israël in de fout dan worden de holocaust en de Joodse slachtofferstatus van stal gehaald. Kritiek wordt steevast afgedaan als antisemitisme. Wie niet voor dit Israël is, is anti-joods. Wie niet pro-semiet is, is anti.

Daders worden slachtoffers, slachtoffers daders. 'De' Palestijnen moeten de wapens maar neerleggen. Wiens land wordt er eigenlijk bezet? En waarom wordt wie tegen bezetting in opstand komt nu eens 'verzetstrijder', dan weer 'terrorist' genoemd?

De VS en veel Amerikaanse joden steunen Israël door dik en dun. Zo ook Alan Dershowitz, hoogleraar rechten aan de gerenommeerde Harvard universiteit. Een geziene figuur en een gedreven zionist, nooit verlegen om een kras standpunt. Zo houdt hij zijn studenten voor dat de taak van een advocaat er vooral in bestaat schuldigen vrij te pleiten en te voorkomen dat de 'waarheid en niets dan de waarheid' aan het licht komt. Kort na 9/11 verkondigde hij ook dat foltering mag als iemand informatie achterhoudt die velen schaden kan.

In 2003 publiceerde Dershowitz The Case for Israël, een schaamteloze apologie maar in de States meteen een bestseller. Het is nochtans, toont Finkelstein minutieus aan, boerenbedrog. Dershowitz zet feiten en citaten naar de hand, schrijft zonder bronverwijzing af uit een twintig jaar oud, pro-Israëlisch boek. Dershowitz neemt kritiekloos Israëlische propaganda, mythes en drogredeneringen over en fabriceert waar nodig feiten.

Finkelstein confronteert Dershowitz' vergoelijkend verhaal met de alarmerende rapporten van internationale mensenrechtenorganisaties. Dershowitz beweert bijvoorbeeld dat de vele Palestijnse kinderen die in de twee intifada's zijn gesneuveld, 'per ongeluk' werden gedood. Dat terwijl alleen al tijdens de eerste intifada (1987-1993) één miljoen kogels werd afgevuurd - één kogel per Palestijns kind. Onderzoek heeft bovendien aangetoond dat de helft van de slachtoffers in het hoofd werd geraakt. Palestijnse kinderen doden, berichtte de Israëlische kwaliteitskrant Haaretzeind 2004, is helaas een peulschil geworden, het bloed van vele kinderen kleeft aan de handen van Israël. Palestijnen worden zonder vorm van proces neergeknald, soms weggemaaid van schoolbanken.

Zwelt de internationale verontwaardiging even aan, dan komt meteen een stroom desinformatie en mystificatie op gang. Men schreeuwt moord en brand, antisemitisme en holocaust. Israël zou de Jood onder de naties zijn; meer dan enig ander land aan kritiek bloot staan - terwijl uit vergelijkend onderzoek blijkt dat de Joodse staat meer dan om het even welk vergelijkbaar land gesteund en gespaard wordt. Anders dan andere VN-lidstaten die het internationaal recht met voeten treden, wordt Israël nooit getroffen door wapenembargo's of economische sancties.

Wie Israël bekritiseert, stuurt aan op een nieuwe holocaust. In de VS neemt een en ander stilaan paranoïde vormen aan. In een in 2004 verschenen bundel, Those who Forget the Past. The Question of Antisemitism, heeft men het over een tweede holocaust. Elke Europese natie was medeplichtig aan de jodenuitroeiing en zie, ze staan alweer klaar om ons te doden! Direct na de Tweede Wereldoorlog al werden daar plannen voor gesmeed. Israël kwam er maar als "concentratiekamp voor Joden" en de VS steunen dat land alleen uit angst overspoeld te worden door Joden. De Joodse staat als antisemitische samenzwering - je moet het maar bedenken.

Sommige klachten over antisemitisme zijn aantoonbaar gefabriceerd. Onderzoek naar zogenaamd antisemitische daden op een aantal Amerikaanse universiteiten liep meer dan eens op niets uit. Eind 2003 zat het European Monitoring Centre on Racism and Xenophobia zozeer verveeld met een dwaas rapport over antisemitisme dat ze het stil probeerden te houden. Toen dit als schandaal werd uitgebracht, verloor iedereen uit het oog dat het rapport wetenschappelijk gezien waardeloos was. Zo werden onder meer volgende 'antisemitische' vooroordelen gemeten: "hechte banden tussen VS en Israël", "Joodse invloed op het Amerikaans beleid tegenover Israël", "Israëlische misdaden tegen de menselijkheid". Deze 'antisemitische' uitspraken dateren bovendien uit de eerste helft van 2002, toen de kritiek op de Israëlische politiek oplaaide naar aanleiding van de belegering van Jenin, een Palestijns vluchtelingenkamp. Het krakkemikkige rapport besloot met de ondertussen tot mantra uitgegroeide aansporing nog meer holocaust te onderwijzen en te herdenken.

Wat de feiten betreft heeft Finkelstein het bij het rechte eind, maar hij schildert veel te intentionalistisch af, denkt al te zeer in complottermen. Zeker, telkens als Israël in de fout gaat, nemen pro-Israëlische publicaties, holocaustherdenking en antisemitisme-klachten toe, maar daarom gaat het niet om een georchestreerde campagne. Het lijdt geen twijfel dat Israël en allerhande Joodse organisaties flink manipuleren en lobbyen, maar veel van wat Finkelstein als opgezet spel afschildert is het gevolg van reële, begrijpelijke angsten van Joden en Israëli's, alsook van ingebakken pro-semitische en pro-Israëlische vooroordelen. 

Norman Finkelstein - De drogreden van het antisemitisme. Israël, de VS en het misbruik van de geschiedenis,Amsterdam, Globe, 2006

Norman Finkelstein ( ° 1953) doceert politieke wetenschappen aan de DePaul University in Chicago (MA). In 1998 maakte hij A nation on trial , samen met Ruth Bettina Birn, brandhout van Daniel Goldhagens stelling (Hitlers gewillige beulen ) dat jodenhaat in Duitsers zit ingebakken. Twee jaar later deed Finkelstein in The Holocaust Industry een boekje open over de politieke en financiële uitbuiting van de holocaust. Als zoon van ouders die de getto's en uitroeiingskampen hebben overleefd, kan hij niet dulden dat Amerikaans-joodse elites munt slaan uit het leed van holocaustslachtoffers.

Finkelstein is moreel en politiek verontwaardigd over wat Israël in naam van 'de' Joden in het Midden-Oosten uit- en aanricht. Zijn analyses zijn voortreffelijk gedocumenteerd, maar zijn interpretatie is vaak te monocausaal en te eenzijdig. Hij ziet alleen doelbewuste processen, reduceert de werkelijkheid al te zeer tot machtspolitieke motieven en doelstellingen.

Verschenen in De Standaard der Letteren, 1 december 2006