Over ziek en gezond in onze tijd | Wensgeneeskunde

Gezondheid is een basisvoorwaarde voor veel andere waarden. Een eeuw of wat geleden, toen ziekte en gebrek bijna dagelijkse kost waren, bestond daarover weinig twijfel. Onze heildronken getuigen daar nog van, al begeleiden de santés tegenwoordig vooral de consumptie van alcohol, niet meteen een geneeskrachtig middel.

De geneeskunde heeft in de voorbije eeuw een ware revolutie teweeggebracht in de rijke landen. We leven gemiddeld dertig jaar langer, veel lek en gebrek kan verholpen of verzacht worden. Het grootste deel van ons leven zijn we gezond genoeg om ervan te genieten, kunnen we andere waarden nastreven en realiseren. Dat danken we niet alleen aan de geneeskunde maar ook, soms zelfs meer, aan verbeterde hygiëne en levensomstandigheden.

Toch lijken we wel bezeten van gezondheid. Er zijn verhoudingsgewijs meer genezers, geneeswijzen en geneesmiddelen dan ooit. Bij enquêtes prijkt de gezondheidswens steevast bovenaan het verlanglijstje, hoger dan een goed huwelijk of een zingevende levensbeschouwing. De meesten onder ons vinden dat er voor gezondheidszorg best nog meer geld mag worden uitgetrokken.

In Betoverde wereld stelt de Nederlandse arts A.J. Dunning de vraag aan de orde of we daar ook beter, gezonder van zouden worden. Hij toont aan dat er ook hier grenzen aan de groei zijn, dat er prioriteiten moeten worden gesteld. Gezondheidszorg moet in de eerste plaats gericht zijn op voorkoming van ontijdige dood door honger, ziekte, armoe en oorlog.

Ons lange en comfortabele leven steekt schril af tegen het onzekere en bedreigde bestaan in de derde wereld. Wij leven vaak te lang, zij meestal te kort. Voor de meeste derdewereldmensen zijn geneesmiddelen een onbetaalbare luxe. Er valt niet veel te rapen voor de farmaceutische industrie. Er gebeurt veel minder onderzoek naar tropische ziekten dan naar vermageringspillen en anti-depressiva. Het gros van de middelen gaat naar wensgeneeskunde, het verlanglijstje van koopkrachtige en doorvoede burgers.

Al is de verwachting dat alle of de meeste ziekten genees- of behandelbaar zouden worden niet uitgekomen, kwamen er nieuwe kwalen als aids en staken oude als tuberculose weer de kop op, toch blijven velen betoverd door de toezeggingen van de geneeskunde. Ze is tot een soort religie uitgegroeid, met ziekenhuizen als kathedralen en artsen als priesters. Ons hele wereldbeeld is gemedicaliseerd. Voor elke kwaal en klacht een pil of therapie, zelfs voor problemen van niet medische aard. Steeds vagere zorgen en klachten vragen om diagnose. Een medisch etiket dat iemand de status van patiënt verleent; sociale erkenning voor onbehagen, verdriet of angst en toegang tot de sociale zekerheid.

In de ogen van sommigen zijn gezonde mensen onwetende mensen, ziek zonder besef. Alleen wie onvoldoende onderzocht is, is normaal. De geneesindustrie goochelt steeds vaker met grote getallen. Omwille van een statistische kans op ziekte of ongemak worden mensen aangemaand decennialang geneesmiddelen of hormonen te slikken, ongeacht de negatieve bijwerkingen. Vrouwen die na de menopauze trouw oestrogeen slikken, verkleinen de statistische kans dat ze een kwarteeuw later been of heup breken. Maar natuurlijk kan niemand vooraf weten wie ongelukkig zal vallen.

Wie grote groepen mensen screent, vindt altijd wel iets. Maar grootschalige preventieve onderzoeken, zoals voor borstkanker, werken ook als memento mori. Volgens Dunning zaaien ze zoveel onrust en angst dat de baten niet altijd tegen de kosten opwegen. Niet alles moet opgespoord en behandeld worden.

Er komen almaar meer ziekten, zieken en behandelingen. Het aantal psychiatrische diagnoses bijvoorbeeld, is in enkele decennia meer dan verdubbeld. Genezing is evenwel heel wat minder frequent. Betoverd als we zijn "door vermeend gebrek, broze gezondheid en ongewenste veroudering" neemt de angst voor ziekte, lijden en dood toe in plaats van af. Het is daarmee als met de armoedewaan van rijken: hoe meer je hebt, hoe groter de vrees iets te verliezen.

Onze vrees en hoop leggen we op de stoep van de dokter. Maar die kan weinig veranderen aan zorgen, onbehagen en ongeluk die eigen zijn aan het leven. Al wordt de geneeskunde nog specialistischer en duurder, uiteindelijk zal ze altijd teleurstellen. Lijden kan nooit volledig uitgebannen worden en vroeg of laat gaan we toch dood.

Dunning breekt een lans voor "een geneeskunde van het genoeg, die bescheiden hoop en voldoende troost biedt". Meer aandacht voor preventie, een gezondere levensstijl, een zuiverder milieu. Minder geneeskundige hardnekkigheid, meer zorg. De angst voor leed en dood bij iemand die kanker krijgt niet meteen verstikken in boodschappen van hoop en behandeling. Het besef toelaten dat er ooit een eind komt aan al dat dokteren. Dan komt er meer ruimte voor zorgen en verzachten en kan de bijna volledig door de ziekte opgeslorpte aandacht terug naar de zieke gaan.

Dat bepaalde kankers dankzij preventief gedrag en vroege opsporing tegenwoordig minder slachtoffers maken is een onmiskenbaar feit. Minder bekend is dat, alle verhoudingen in acht genomen, de totale kankersterfte in de laatste vijftig jaar ongewijzigd gebleven is en dat de resultaten van nieuwe behandelingen doorgaans tegenvallen. Heeft het dan nog wel zin op de ingeslagen weg door te gaan? Volgens Dunning moeten we de hoop op beterschap, nieuwe wondermiddelen en dito genezingen loslaten; we moeten leren leven en sterven met ziekte.

Een boodschap die me wel aanspreekt, maar niet echt overtuigt. Mogelijk omdat ik een patiënt van mijn tijd ben, vol medische verwachtingen. Maar toch ook omdat Dunning zich niet afvraagt of de totale kankersterfte - en ziekte in het algemeen - niet groter zou zijn geweest zonder moderne geneeskunde.

Zeker is in elk geval dat onze gezondheidszorgen, vergeleken bij de ellende in de derde wereld, grotendeels luxe-problemen zijn. Om die wanverhouding recht te trekken heb je waarschijnlijk een andere maatschappij, andere artsen en een andere gezondheidsindustrie nodig. Dat moet dan maar, beetje bij beetje. Gezondheid is een recht van alle mensen, niet alleen van de rijken.

Slechts één woord van kritiek: de vele behartenswaardige zaken en kritische inzichten in dit boek hadden iets kernachtiger geformuleerd en diepgaander uitgewerkt mogen worden.

A.J. Dunning - Betoverde wereld. Over ziek en gezond in onze tijd, Amsterdam, Meulenhoff, 2000

Verschenen in De Morgen, 6 december 2000.