The Monkey Trial | Edward J. Larson - Summer for the Gods

1925, the United States of America. Louis Armstrong en Duke Ellington brengen hun eerste plaat uit, abstracte kunst en Freud zijn in, modernisme en communisme rukken op, traditionele waarden staan op het spel, en in het heetst van de zomer wordt in het piepkleine stadje Dayton (Tennessee) het proces van de eeuw uitgevochten.

De legende wil dat John Scopes, een jonge leerkracht fysica in Dayton, in zijn eentje de strijd aanbond tegen de creationisten, die felle tegenstanders van Darwins evolutietheorie. Eerder dat jaar had de staat Tennessee een wet uitgevaardigd die het onderwijs van een theorie verbood 'die het verhaal van de Goddelijke Schepping van de mens, zoals verhaald in de bijbel, ontkent en in plaats daarvan beweert dat de mens afstamt van een lagere orde van dieren'. Vijftien Amerikaanse staten overwogen een gelijkaardige maatregel.

Darwins theorie werd van bij het begin door veel christenen afgewezen, niet alleen omdat ze haaks stond op het scheppingsverhaal, ook om morele en ideologische redenen. De natuurlijke selectie, die aan de basis ligt van het ontstaan van soorten, werd als willekeurig en wreed ervaren, niet in overeenstemming met de goddelijke almacht en goedheid. En de survival of the fittest doctrine zagen ze als een rechtvaardiging voor kapitalisme, imperialisme en militarisme.

Ondertussen bleven de bewijzen voor de evolutietheorie zich opstapelen en tot overmaat van ramp probeerden modernistische christenen, die de bijbel minder letterlijk namen, geloof en wetenschap met elkaar te verzoenen. Conservatieve christenen revolteerden hiertegen, weigerden de fundamentals van hun geloof op te geven. De zelfbenoemde fundamentalisten wilden koste wat het kost de verderfelijke evolutietheorie uit scholen bannen. Ze beriepen zich op het majoritarianism of meerderheidsprincipe. De meerderheid, niet de wetenschap, hoort te beslissen over wat onderwezen wordt, 'leerkrachten moeten onderwijzen wat belastingbetalers willen'.

De anti-evolutiewet in Tennessee was hun eerste eclatante succes. Maar voor de American Civil Liberties Union (ACLU), een liberale organisatie van gestudeerde New Yorkers, was het de druppel die de emmer deed overlopen. Het moest nu maar eens uit zijn met de almaar verdergaande vrijheidsbeperkingen in naam van majoritaire democratie! De ACLU kondigde in de media aan dat ze een leerkracht zocht om de wet op de proef te stellen. Het stadsbestuur van Dayton had daar wel oren naar; een geruchtmakend proces kon het stadje nieuw leven inblazen. Hun oog viel op de verlegen en apolitieke Scopes. Die verklaarde zich bereid en werd gearresteerd. De show kon beginnen.

De ACLU wou Scopes laten veroordelen om in hoger beroep de ongrondwettelijkheid van de wet aan te tonen. Maar de zaak kreeg een andere wending toen twee politieke zwaargewichten zich in de strijd gooiden. Clarence Darrow, een beroemd strafzaakpleiter en kampioen van het antiklerikalisme, zag zijn kans schoon om het geloof een zware klap toe te brengen en bood aan Scopes pro deo te verdedigen. Daarop diende William Jennings Bryan zich aan als openbaar aanklager; democraat en pacifist, drie keer presidentskandidaat en 'paus van de fundamentalisten'.

Heel Amerika keek uit naar het titanengevecht. Dayton stond in rep en roer. Iedereen wilde een graantje meepikken, handelszaken werden opgefleurd met namaakapen, mensen lieten zich fotograferen naast een levende chimpansee, er liep een show met apen waarvan gezegd werd dat ze ten laste zouden getuigen. De mediabelangstelling was enorm, ook in het buitenland.

Bryan speelde in op de stereotiepe voorstelling die wil dat de mens rechtstreeks van apen afstamt. Zijn retorische vraag, "hoe kunnen leraars aan leerlingen vertellen dat ze van apen afstammen en desondanks verwachten dat ze zich niet als apen zullen gedragen?", werd steevast op applaus onthaald.

Bryan bekwam van de rechter (onder druk gezet door plaatselijke politici) dat het proces niet over de evolutietheorie zou gaan, maar over de wetsovertreding, het verbod erover te onderwijzen. De strijd leek gestreden, journalisten pakten in, fundamentalisten triomfeerden. Maar toen pakte Darrow met een meesterlijke zet uit, hij daagde Bryan als bijbelexpert en die ging daar ijdel en zelfzeker op in.

Darrow nam het standpunt in van de dorpsscepticus. Leefde Jonas drie dagen in de walvis? Hoe kon Joshua de dag verlengen door de zon, en niet de aarde, stil te doen staan? Hoe kreeg Noah de dieren van de hele wereld naar en in zijn ark? Bryan had er geen moeite mee, 'het staat zo beschreven', maar een redelijke verklaring had hij niet. Twee uur stonden de kemphanen tegenover mekaar, rood aanlopend, vuisten gebald. Bryan viel door de mand, Darrow bewees dat Gods woord geen betrouwbare bron is voor natuurkennis.

Scopes, die in de hele heisa bijna vergeten was, kreeg de minimumstraf. Beide partijen hadden het gevoel een overwinning behaald te hebben. Bryan overleed kort nadien; cynici beweerden dat god eigenlijk Darrow wou treffen maar hem op een haar na gemist had. In beroep bleef de wet behouden maar hij moest niet meer afgedwongen worden, Scopes ging vrijuit.

Het Monkey Trial werd lange tijd voorgesteld als de definitieve triomf van rede over openbaring. De werkelijkheid is troostelozer. Fundamentalisten en creationisten laten niet af, in verscheidene Amerikaanse staten moeten scheppingsverhaal en evolutietheorie naast mekaar onderwezen worden; om de haverklap worden wetsvoorstellen ingediend om Darwins theorie van school te bannen; bijna 50% van de Amerikanen blijft er heilig van overtuigd dat de mens door niemand minder dan god werd geschapen.

Larson, Edward J. ? Summer for the Gods. The Scopes Trial and America's Continuing Debate over Science and Religion, Cambridge(Mass)/London, Harvard University Press, 1997

Deze bijdrage verscheen in de reeks 'De klassieker' in De Tijd van 5 december 2003.