Staatsterreur

Dat de Europese ministers van buitenlandse zaken, als slippendragers van de Amerikaanse economie en meelopers in de door de Amerikanen opgefokte oorlog tegen terroristen, vrede nemen met de ontkenning door hun Amerikaanse collega Condoleezza Rice van Amerikaanse folterpraktijken - dat zal alleen politieke naïevelingen verwonderen. Wel verbazend is het toch wel korte geheugen van de media. Het schandaal rond de Abu Ghraib gevangenis is pas anderhalf jaar oud. Foto's toonden toen hoe Amerikaanse soldaten Irakese gevangenen seksueel vernederden en folterden. U herinnert zich waarschijnlijk nog soldaat Lynndie England die een Iraakse man aan de leiband had en, op een andere foto, breed lachend op de geslachtsdelen van een Iraki wees.

Een en ander werd onmiddellijk afgedaan als uitzonderlijke handelingen van sadistische individuen; rotte appels, niet representatief voor het Amerikaanse leger. Het achttal lagere militairen dat in beeld was gekomen zou voor de rechtbank verschijnen en (licht) gestraft worden. Maar niet in beeld kwamen de minstens honderd andere soldaten en officieren die direct betrokken waren bij de gewelddadige gebeurtenissen in Abu Ghraib. En natuurlijk bleef ook de militaire leiding in het Pentagon buiten schot. Verscheidene rapporten toonden aan dat de verantwoordelijkheid veel breder was dan werd en wordt toegegeven.

Wat in Abu Ghraib gebeurd is en in veel Amerikaanse gevangenissen gebeurt, heeft alles te maken met de 'war on terror' en al-Qaeda. Op 7 februari 2002 kondigde president Bush een nieuw soort oorlog aan. Omdat terroristen geen deel uitmaken van een regulier leger vallen ze niet, aldus de president, onder de conventies van Genève. Voor de goede verstaander: ze hebben géén rechten, er mag indien nodig gefolterd worden in de Guantanamo gevangenis, in Afghanistan, in Irak. Afghaanse en Irakese gevangenen worden dan ook geen POW's genoemd, Prisoners of War, maar PUC's, Persons under Control.

De Amerikanen waren ook niet voorbereid op het Irakese verzet. Ze pakten vrij willekeurig duizenden Iraki's op, in de gevangenissen heerste (en heerst?) chaos, er was te weinig personeel, iedereen kneep een oogje dicht voor repressie en intimidatie, het Rood Kruis mocht bepaalde gevangenen niet bezoeken. Er heerste nogal wat verwarring over wie wel en wie niet onder de conventie viel. Zeker nadat majoor-generaal Geoffrey Miller, bevelhebber van de Guantanamo-gevangenis, in augustus 2003 naar Abu Ghraib trok om er betere 'technieken' aan te leren (eind 2004 voerde hij het bevel over Abu Ghraib).

Misbruiken komen ook voor bij de best getrainde en de meest gerespecteerde eenheden van het VS leger. Uit een rapport van Human Rights Watch van 25 september laatstleden blijkt dat de inwoners van Fallujah de Amerikaanse soldaten van 82nd Airborne Division (1ste Bataljon, 504th parachute Infantry Regiment) murderous maniacs noemen en dat de soldaten dat als een eretitel beschouwen.

Goed om weten ook is dat twee van de Amerikanen die betrokken waren bij de mishandelingen in de Abu Ghraib gevangenis contractuele burgers waren, huurlingen die niet gebonden zijn door de conventie van Genève. Er wordt bij militaire tussenkomsten steeds vaker een beroep gedaan op privé-militairen. Private Military Firms zijn sinds de succesvolle tussenkomst in 1996 in Sierra Leone, waar in twee weken tijd een rebellie werd bedwongen, een miljoenenindustrie. In de Golfoorlog waren één op zestig van de Amerikaanse manschappen contractuelen, in Irak één op tien. Ze worden zo'n drie keer beter betaald dan soldaten en zijn aan zo goed als geen regels gebonden. En als zij het vuile werk weigeren op te knappen, dan kan men nog altijd een beroep doen op plaatselijke collaborateurs. Wie de na vele decennia onderhandelen tot stand gekomen conventies om de toch niet te vermijden oorlog dan maar 'menselijker' te maken, opzijzet, zet het licht op groen voor onmenselijke daden.

Verschenen in De Standaard van 12.12.2005