Rede(n) tot hoop | De Arkprijs voor Ludo Abicht

Ludo Abicht lof toezwaaien, velen willen dat. Het is dan ook een eer én een verantwoordelijkheid om dat hier te doen.

In 1936 geboren, werd Ludo groot in de oorlog. En oorlogskinderen hebben, zoals hij zo mooi beschreef, grote ogen. Toch is dat te bescheiden. Allekinderen hebben grote ogen. In de wereld geworpen staren ze hem niet begrijpend, verwonderd, leer- en weetgierig aan. Socialisatie, opvoeding, volwassenwording en gewenning brengen daar geleidelijk verandering in. Wegen worden ingeslagen en daardoor lijken andere dood te lopen; ook op ideologisch vlak, het terrein van overtuiging en geloof. Om in alle gemoedsrust de eigen weg te volgen, sluit men vrijwel automatisch de ogen voor alternatieve routes. Een maatschappelijke integratie die doorgaans gepaard gaat met normalisering. Veel wordt in schijn normaal. Beetje bij beetje dooft de verwondering, het openstaan voor het wonderlijke, uit. Deuren gaan dicht, het ongekende en vreemde worden buitengesloten. Er groeit eelt op de ziel. Het 'ik' krijgt een bolster, verschuilt zich in een harnas. Veel, al te veel, wordt vanzelfsprekend. Onrecht, ongelijkheid, domheid, oorlog, leed - alles went. Maar Ludo's ogen, die bleven wijdopen: verbaasd, leergierig, genietend, geschokt, verontwaardigd, schreiend.

Daar blijft het niet bij, de man engageert zich. Voluit, zichzelf niet sparend. Hij stelt zich bloot aan de kant van onderdrukten en gediscrimineerden, neemt risico's. Handen uit de mouwen voor emancipatie. Onderhandelingstafels liggen hem beter dan barricades. Als hij die beklimt, dan met de bedoeling te onderhandelen, te verzoenen. Zoenen, vrede stichten, met alle geweld - waar de rede toe in staat is. Daar is hij radicaal, genadeloos in. Ook voor zichzelf. Soms doet hij meer water in zijn wijn dan medestanders lief is.

Ludo is een diplomatisch revolutionair, een man van de dialoog. Dialoog, dat is ook de titel van zijn eerste dichtbundel, van toen hij pas zesentwintig was. Hij denkt dialogisch, probeert de dingen van alle kanten te bekijken. Een veelzijdig mens. Iemand die zich inleeft in verschillende, zelfs vijandige standpunten. Zoveel mogelijk facetten doorgronden om de Ander te ver-klaren - licht werpen op. Het vreemde komt dichterbij, de Ander wordt 'ontvreemd'. Vooroordelen en stereotiepen krijgen het moeilijk.

Ludo is een geëmancipeerd mens. Ook hij maakte een evolutie door, werd wijs door vallen en opstaan. Al doende leerde de denker machtstrevers en abstracte utopieën wantrouwen. Hij zwoor de voorhoede-idee af, werd voorzichtiger en bescheidener. Niet voorgaan, maar de weg wijzen. Helpen groeien en ontwikkelen, om dan op de achtergrond te verdwijnen. Niet zomaar tot revolutie aanzetten; nadenken over realiseerbaarheid en gevolgen. Geen sociale experimenten in het luchtledige. Uitgaan van de bestaande werkelijkheid. Rekening houden met de concrete mens en zijn behoeften. Mensen leren met vrijheid omgaan, vooraleer hen ertoe te verplichten. Geen beweging zonder lange-termijn-strategie. Een bedachtzame omwenteling, zonder overhaasting, met voorzichtige beslistheid. Niet breken met het verleden, maar het waardevolle behouden. Een conservatieve revolutie. Om met enig succes een toren van Babel te bouwen, heb je stevige fundamenten nodig. Dus eerst de put van Babel graven. Zonder basis geen construct. Luisteren naar mensen en hun alledaagse noden.

Van begeesterd jezuïet-in-de-maak evolueerde Ludo tot socialist, marxist en communist. Niet je ziel redden, maar de wereld. Toen ook dat geen sinecure bleek, herzag hij zijn eschatologisch extremisme. In navolging van een van zijn leermeesters, Ernst Bloch, filosoof van de hoop, 'bekeerde' hij zich tot het concreet utopisme. Geen vlucht voorwaarts, geen onbereikbare doelen nastreven, zoals de definitieve afschaffing van het Menselijk Kwaad, maar verwezenlijkbare doelen stellen. De droom kan alleen asymptotisch benaderd worden. Dromen is bezig blijven - met realisatie.

Ludo is een afvallige. Vele waters heeft hij doorzwommen, alle intens beleefd en achter zich gelaten. Zonder rancune. Integendeel, hij kijkt om in dankbaarheid, puurde uit elke ideologie het bruikbare en integreerde het in zijn mens- en wereldbeeld. Ideologisch is hij een eclecticus. Met zijn woorden: "elke korrel wijsheid die we in de wereld kunnen vinden, moeten we zorgvuldig bewaren". Een veellijnig man, met een gezonde angst voor rechtlijnige fanatici.

Ludo's levenslijn - bij iemand als hem kun je moeilijk van een loopbaan spreken - is een illustratie van zijn op verzoening gerichte ideologie. Hij verenigt veel ogenschijnlijk onverenigbaars in zich, zoals jezuïtisme en communisme, internationalisme en nationalisme. Etiketten kleven niet op Ludo Abicht. Niet in een hokje te stoppen. Voor wie een be-paalde weg koos, in een omheinde wereld leeft, is dat allemaal veel te ingewikkeld. Hoe kun je nu én de Israëlieten én de Palestijnen begrijpen? Dat moet verdacht zijn. Geef toe, het is ongezien: een zilveren Vlaamse Leeuw op een vrijdenkersark!

De man is een belevenis. Tijd voor een anekdote. Op een etentje bij hem thuis vroeg ik me terloops af waar Heinrich Heine's beroemde uitspraak "Das war ein Vorspiel nur, dort wo man Bücher verbrennt, verbrennt man auch am Ende Menschen" eigenlijk op sloeg. Hij wordt vaak aangehaald als een soort voorspelling van de boekverbranding door de nazi's, maar Heine was in 1933 al zevenenzeventig jaar dood.

Ludo was niet te houden, dook meteen in Heine's verzameld werk; zijn vrouw Ina schoot het internet op. Verbaasd bleef ik achter, probeerde duidelijk te maken dat het niet zo dringend was. Ludo snelde me af en toe voorbij, voortgedreven door een volgende inval. In het voorbijgaan klopte hij me bemoedigend op de schouder. Zo van: het komt in orde, rustig maar. Het was een erezaak, ik zou geholpen worden, daar viel niet aan te tornen. Bleek dat het citaat van Heine uit Almansor komt, een toneelstuk dat hij in 1823 schreef over de vervolging van de Moren in het Spanje van de zestiende eeuw. De zin slaat op de verbranding van de Koran door de Inquisitie.

Ludo is een intellectueel in de ware zin van het woord. Onafhankelijk, onpartijdig, genuanceerd, consequent, moedig. Een hardnekkig voorstander van weloverwogen vrijheid, kritische vrijmoedigheid, anti-hiërarchische wijsheid en relativeringszin.

Op de koop toe is hij beminnelijk. Een toonbeeld van rustige afstandelijkheid, goedmoedigheid en wijsheid. Geduldig, ook al heeft hij daar door drukke bezigheden in feite de tijd niet voor. Solidariteit en vriendschap zijn bij hem volle begrippen. Niet alleen zijn ogen, ook zijn hart is groot gebleven.

Een wereldburger, thuis in de wereld. Met groot respect voor de Ander, ook de tegenstander. Je màg het grondig oneens zijn met Ludo. En dat is zeer uitzonderlijk. Hij staat sterk genoeg in zijn schoenen om zekerheden, ook de zijne, in vraag te stellen. Hij luistert naar rede.

Een duizendpoot, hij is bij alles en nog wat betrokken. Op een of andere manier doet Ludo meer met zijn tijd dan de meesten onder ons. Hij lijkt wel over twee levens te beschikken. Ik hoop het - uit alle macht.

Lofrede uitgesproken bij de uitreiking van de Arkprijs aan Ludo Abicht

Verschenen in de voor die gelegenheid gemaakte brochure en in Streven, juni 2001, p. 551-553