Ontwaken | Oliver Sacks

Oliver Sacks, de wereldberoemde neuroloog en auteur van bestsellers, trad in 1973 uit de anonimiteit met Awakenings, het even verbijsterend als boeiende verhaal van de pas afgestudeerde neuroloog die in 1969 op eerder roekeloze wijze een nieuw medicijn (L-dopa, dopamine) toediende aan een tachtigtal mensen die kort na de Eerste Wereldoorlog getroffen werden door een slaapziekte (encephalitis lethargica) en sedertdien een lethargisch bestaan leidden, opgegeven door alles en iedereen. Sacks intuïtie had hem niet bedrogen, de op sterven na dode patiënten ontwaakten uit een halve eeuw 'slaap', hun geest brak uit het lichaam waarin hij zo lang opgesloten had gezeten.

Decennialang lang waren ze, vertelde één van hen, alleen maar machteloos toeschouwer geweest, opgesloten in een ontoegankelijk kasteel dat alle kenmerken had van het eigen lichaam. Levende, bewuste standbeelden, dat waren ze. Rose R. wist toen ze 'ontwaakte' dat het 1969 was en zij 64 jaar oud, maar gevoelsmatig was en bleef het 1926 en zij 21. Ze kon zich met geen mogelijkheid voorstellen wat het betekende ouder te zijn dan eenentwintig.

De euforie was van korte duur. L-dopa bleek nogal wat neveneffecten te hebben, veel patiënten werden onbeheersbaar, kwamen in complexe en bizarre toestanden terecht, konden de tijdkloof niet aan, werden weer lethargisch. Kortom, de nadelen waren groter dan de voordelen.


Fossiel

Aanvankelijk had Sacks, zoals het een goed wetenschapper betaamt, zijn bevindingen in een wetenschappelijk artikel gegoten, maar toen dat door het ene na het andere medische tijdschrift werd afgewezen, soms op agressieve wijze, probeerde hij iets anders uit. Op die manier kwam hij uit bij wat zijn waarmerk zou worden, de neurologische vertelling. Existentiële, persoonlijke verhalen, niet alleen gebaseerd op objectieve kennis maar ook op empathie. Sacks dringt met groot respect en vernuft door in bizarre ervaringen en werelden, bewoond door mensen die we zelf hadden kunnen zijn of kunnen worden. Aan de hand van tastbare patiënten wijst hij ons een weg door een intrigerend labyrint van gezondheid en ziekte, norm en afwijking, leed en verzorging.

Die biografische benadering getuigt van grote betrokkenheid met de mensen die hij bestudeert en analyseert. Bijvoorbeeld Dr. Bennett, een chirurg die aan het syndroom van Gilles de la Tourette lijdt, een spastische dwangstoornis die in de Middeleeuwen als bewijs van bezetenheid gold. Bennett begroet Sacks met een resem tics en halve uithalen, huppelt vervolgens snel naar zijn auto, af en toe een sprongetje makend of een snelle duik naar de grond. Maar autorijden doet hij rustig en beheerst. In het ziekenhuis huppelt en springt hij door de gangen, niemand kijkt daar nog van op of om. Maar in de operatiezaal is Bennett een en al concentratie en doelgerichtheid, een meester in zijn vak. Hij vergéét Touretter te zijn, pas na de operatie keert de herinnering terug en wordt hij het weer.

In 'Een dove wereld' verhaalt Sacks de geschiedenis van de oprichting en het succes van doveninstituten in de 18de en 19de eeuw. Doofgeboren mensen die tot dan voor 'stom' doorgingen, kregen door middel van gebaren een taal aangereikt die de hele wereld voor hen opende. Een omwenteling die in de tweede helft van de 19de eeuw grotendeels tenietgedaan werd door het 'oralisme', een beweging die, met de beste bedoelingen (het 'isolement' van doven doorbreken), doven terugdwong in het dwangbuis van conformisme. Ze moesten maar leren spreken zoals iedereen, op gebarentaal stond straf. Eens te meer liepen doofgeborenen een niet in te halen achterstand op, ze werden terug doof-stom. Een toestand die tot de jaren zestig van de vorige eeuw voortduurde.

Ook het verhaal van de man die zijn geheugen kapot  dronk (korsakovsyndroom), grijpt aan en boeit. Dertig levensjaar verdwenen in het niets; 1945 is en blijft zijn tegenwoordige tijd. Recente gebeurtenissen kan hij niet veel langer dan een minuut vasthouden. Bij het dammen verslaat hij Sacks, maar schaken gaat te traag, hij heeft geen overzicht. Of hoe het heden op zich niet volstaat, zonder verankering in de tijd is er doel noch betekenis, zijn we slechts fossiel.

Oliver Sacks - Sacks companion, Amsterdam, Meulenhoff, 2004

Verschenen in De Tijd, 4 december 2004.