Normaal is aan een norm voldoen

Bestaan er 'normale' en 'abnormale' mensen wat gedrag of uiterlijk betreft? 
Zo heb je mensen met ADHD, autistische stoornissen, epilepsie, lichamelijke en/of mentale handicaps, mensen die groter of kleiner van gestalte zijn dan de 'gemiddelde' mens enzovoort. Deze mensen worden door sommigen "abnormalen" genoemd. Maar bestaan er wel normale en abnormale mensen?
(vraag op www.ikhebeenvraag.be van 26 jarige vrouw, januari 2010). 

'Normaal' en 'abnormaal' verwijzen naar een norm (of normen). 'Normaal' is wat beantwoordt aan een bepaalde norm, 'abnormaal' is wat dat niet doet. Die norm kan door een mensengroep, een maatschappij bewust of onbewust, uitgesproken of stilzwijgend, bepaald zijn en/of opgelegd worden. Doorgaans gebeurt dat stilzwijgend, soms niet echt bewust en helaas ook met een vaak sterke goed- of afkeurende bijklank (respectievelijk voor de normalen en de abnormalen). 'Normaal' valt doorgaans samen met wat een meerderheidsgroep normaal, vanzelfsprekend , wenselijk tot noodzakelijk vindt. Als de meerderheid vindt dat je op 1 januari en in de daaropvolgende dagen mensen een gelukkig Nieuwjaar hoort te wensen, dan is in hun ogen wie dat niet doet abnormaal. Als de meerderheid in (een) god gelooft, wekelijks naar de mis gaat, dan is wie dat niet doet abnormaal (en in vroeger tijden een ketter die vervolgd werd). De afkeuring voor wie abnormaal heet te zijn, houdt natuurlijk een goedkeuring in van de eigen wijze van zijn en handelen. 

Normaliteit is behalve groepsgebonden, ook tijd- en situatiegebonden. Wat op het ene moment (of historische periode) normaal is, is dat daarom niet in de andere. Normaal ritueel gedrag tijdens een mis of in een werkplaats van een vrijmetselaarsloge normaal is, zou daarbuiten beslist als abnormaal gezien worden. 

Ook in wetenschappelijke kringen lange tijd een al dan niet uitgesproken statistisch begrip van normaliteit gehanteerd. Neem bijvoorbeeld dePsychopathia Sexualis. Eine klinisch-forensische Studie uit 1886 van Richard von Krafft-Ebing, de psychiater die bijna alle 'seksuele afwijkingen' van een label voorzag (sadisme, masochisme...). Versta onder 'afwijking', afwijking van de norm, maar dat laatste wordt gewoonlijk weggelaten en zo krijgt 'afwijking' een pejoratieve betekenis en klank. In die 19de eeuw en nog tot ver in de 20ste eeuw ging veel wetenschap, vooral de biologie en de antropologie, te werk door hun onderzoekssubjecten op allerhande manieren op te meten om zo (al dan niet uitgesproken) tot de statistische norm of normaliteit te komen (wat u terecht 'gemiddelde' noemt). Zo mat onder meer Cesare Lombroso zoveel mogelijk mensenschedels op om ze te classificeren (ook van normaal tot abnormaal) en probeerde Francis Galton, de bedenker van de antropometrie (mensenmeting) en eugenetica (mens- en rasverbetering), de ideaaltypische Brit, soldaat, tbc-lijder, crimineel etc... te achterhalen door ze massaal op te meten en ook wel door foto's van meerdere mensen uit die categorieën over elkaar te projecteren waardoor alle 'afwijkingen' (datgene waarin mensen van elkaar verschillen; de een heeft uitstaande oren, de ander niet) verdwenen en het eindresultaat, de samengestelde foto, volgens veel waarnemers veel mooier, veel normaler oogde. 

Ondertussen is de wetenschap hiervan afgestapt. Mensen zijn geen gehandicapten (dus abnormaal)meer, maar (normale) mensen met een handicap. Wie het ongeluk heeft aan ADHD, autistische stoornissen of epilepsie te lijden verschilt daardoor van de meeste mensen, zoals de meeste mensen op ontelbare vlakken onderling verschillen, maar dan op manieren die ons momenteel minder storen, die minder confronterend zijn, onze 'normaliteit' niet of minder bedreigen. 

Alfred Kinsey, de insectenkundige en seksuoloog, zal midden 20ste eeuw met zijn Sexual behaviour in the Human Male (1948), een statistisch verwerkte bevraging van duizenden Amerikaanse mannen aantonen dat wat voordien (door onder meer Krafft-Ebing) als een perversie werd aangeduid, zo vaak voorkomt dat het als normaal (gedrag) moet beschouwd worden (iets wat hij vijf jaar later ook voor de vrouw aantoonde). 

Wie normaal of abnormaal is hangt af van de gehanteerde norm. Voor bepaalde doof geboren mensen die hun doofheid aanvaard hebben, ja op zich genomen hebben als een kwaliteit (hun andere zintuigen zijn beter ontwikkeld dan bij mensen die wel horen, en ze beheersen gebarentaal), en die daarom zichzelf Doven noemen (met een hoofdletter), zijn zij de Doven normaal en de horende mensen abnormaal. Dat zegt iets over de relativiteit van het al te vaak denigrerend gebruikte 'abnormaal'.