Museum voor deportatie

Nu zondag zal het Joods Museum van Deportatie en Verzet (JMDV) de nieuwe plannen voorstellen voor het Vlaams holocaustmuseum dat begin 2001 door Patrick Dewael werd   gelanceerd. Dat staat in de even slordige als slecht geschreven conceptnota voor dat museum. Het is van bij de eerste zin raak: "het huidige Joods Museum voor Deportatie en Verzet" - niet 'van' of 'over', neen, ' voor deportatie'. Verderop worden intolerantie, discriminatie, racisme, misdaden tegen de menselijkheid en volkerenmoord samengevat als... mensenrechten.

"Van bij het begin", stellen de auteurs, "moet er aan het imago van het nieuwe museum gewerkt worden", kwestie van "het project de juiste perceptie te laten krijgen". Laat ik m'n steentje bijdragen.

De nota zet de krijtlijnen uit, maar die zijn zo vaag en algemeen, dat je er alle kanten mee op kunt. De vele tijd, energie en belastinggeld die in de voorbije zes jaar werden geïnvesteerd, blijken grotendeels verspild te zijn.

Het nieuwe museum zal spraakmakend, multidisciplinair, sectoroverschrijdend, flexibel, ontwikkelingsgericht, dynamisch, geïntegreerd zijn; tegelijk werkplek, platform en reflectieplek met vele, in elkaar hakende opdrachten en functies, educatieve activiteiten, dienstverlening aan nabestaanden, archiefwerking, bibliotheek en informatiecentrum. De centraal staande vervolging van Joden en zigeuners van België zal worden ingelijst "in het brede historische kader", "de moderniteit, geworteld in nationalisme, opkomst van rasdenken en racisme, de migratie etc....". Ook zal worden nagegaan hoe democratische regimes (alleen zij?) sindsdien "omgegaan zijn/omgaan met zulke man-made disasters en processen van ontmenselijking..."; dit alles ingebed "in het culturele weefsel in/van Vlaanderen".

Da's geen conceptnota, da's propaganda. Da's geen museum, da's een megalomaan labyrint van half tot niet begrepen thema's. Maar zie, uitgerekend deze "gelaagdheid" moet het museum spraakmakend maken; een beetje als New Orleans, na de doortocht van Katrina.

Een voor-elck-wat-wils museum, zonder duiding of concretisering. Behalve dan de bevestiging dat het om een uitbreiding van het huidige JMDV gaat. Daar was het de hele tijd om te doen, dat was wat de geraadpleegde wetenschappers niet zagen zitten. Voor ingewijden is vrij duidelijk dat de conceptnota mee geïnspireerd werd door Ward Adriaens, de achtenswaardige directeur van het JMDV voor wie kritisch nadenken wel een hoofdzonde lijkt. Zijn historische 'visie' en onbegrip spatten er in elk geval van af.

Wat centen betreft wordt de nota iets concreter. De uitbreiding van het JMDV zal een slordige 40 miljoen euro kosten, de reeds aangekochte appartementen in de voormalige Dossinkazerne en het vervallen gebouw daar tegenover niet meegerekend.

Het wetenschappelijk comité diende in september 2005 zijn eindrapport in. Op de persvoorstelling waren ook vertegenwoordigers van het JMDV en het Joods Consistorie aanwezig maar die zwegen als vermoord, gingen geen dialoog aan. Achter de schermen bereik je meer, en inderdaad, het gelobby begon meteen. In november vorig jaar overhandigde het JMDV zijn bedenkingen aan Yves Leterme, bedenkingen die het comité alleen op illegale wijze kon inzien.

Leterme had aanvankelijk weinig zin in het dure project van zijn VLD-voorganger. Maar eind december bezweek hij onder de druk en begonnen de onderhandelingen met het JMDV. In april geraakte één en ander in een stroomversnelling toen Leterme bij een bezoek aan Auschwitz het licht zag. Dixit enkele geschiedenisstudenten die in zijn zog mee mochten zei hij dat "elke jongere hierdoor bekeerd moet worden". Inderhaast werd een illustere onbekende, met meer connecties dan voorkennis, als coördinator aangesteld.

Bij elk nieuw maneuver dat ons ter ore kwam, probeerden Pieter Lagrou (historicus, ULB) en ikzelf de andere comitéleden tot strijdbaarheid aan te sporen, maar een publieke stellingname zagen ze niet zitten. Sommigen deden het in de broek (voor je het weet word je voor antisemiet versleten), anderen keken de kat uit de boom, enkelen kozen eieren voor hun geld. Ze pasten zich aan de nieuwe situatie aan, voerden gesprekken achter de rug van de anderen, hielden informatie achter.

Toen alles geregeld en het kalf verdronken was, speelden ze op 20 oktober, na lang aandringen, de andere comitéleden toch nog een beetje informatie toe, de uit juli daterende conceptnota. Toen enkelen daar verbijsterd op reageerden, begon de zelfrechtvaardiging. Vergeten waren hun kranige standpunten dat "ons rapport het uitgangspunt moet zijn voor elke verdere onderhandeling"; ze "niet in een nieuw verhaal zouden stappen"; het JMDV "zijn slag thuis gehaald heeft", wat "weinig goeds laat vermoeden". Nu roepen ze de vaagheid van het concept in, dat alles nog kan. Gemakshalve vergetend dat het comité waarin ze gezeteld hebben één en ander ingevuld hàd. Onduidelijk blijft ook hoe en waarom ze nu, in een constellatie waarin dit keer Joden oververtegenwoordigd zijn, wél gehoord zullen worden. Blijkbaar moeten historici niet uit het verleden leren.

Liever deelnemen, samenwerken, om toch "nog iets van onze plannen te verwezenlijken". Toch nog iets: één of twee uithoekjes in het nieuwe museum? Onvervaard nemen enkele gewezen comitéleden zitting in nieuwe bestuursorganen, rekenend op "een hecht front van historici". Of hoe je het paard achter de wagen spant. Nu geen publiek standpunt innemen, nu niet duidelijk maken dat dit museum alleen in negatieve zin spraakmakend kan blijven. Neen, pas "conclusies trekken als het daar zeer de foute kant op gaat", al geven sommigen toe "dat de grens tussen verzet van binnenuit en collaboratie soms erg dun is".

Toeval of niet, de radicale dwarsdenkers uit het voormalige comité, zij ook die er een breder historisch perspectief doordrukten, werden om allerhande redenen over boord gezet. Onder professoren. Zo gaat dat nu eenmaal, zegt men me, als macht en status op het spel staan. Blijkbaar, maar in een context van uitsluiting, vervolging en genocide komt dit bijzonder hard over.

In de wandelgangen van de macht luidt het natuurlijk dat ik en anderen gefrustreerd zijn omdat we niet mogen meedoen. Vergeet het, jaren al schud ik publiekelijk aan de boom om, als er dan toch een 'holocaustmuseum' moet komen, er een maatschappelijk relevant project van te maken, minder op verleden gericht, meer op heden en toekomst. Herdenk 'holocaust', over denk discriminatie, vervolging en wegkijken hier en nu. Minder aandacht voor anti-semitisme dan voor anti-moslimisme. Minder Auschwitz, meer Darfur. Minder historici, meer maatschappelijke betrokkenheid. Aan het foute museum wou ik alleen nog deelnemen om geïnformeerd te blijven, kwestie van, als het voorspelbaar weer mis loopt, tijdig de buitenwereld te informeren. Vlaanderen heeft voor dit megalomane project niet de nodige kennis en middelen in huis. Inderdaad, dit museum maakt alleen gedeporteerd een kans.

Verschenen in De Morgen van 9 november 2006