Dodelijke brieven | Adres onbekend

Adres onbekend is een novelle in briefvorm. Brieven die twee vrienden en zakenpartners, beiden afkomstig uit Duitsland, uitwisselen nadat een van hen, Martin, eind 1932 naar het Vaderland is teruggekeerd, naar München meer bepaald, het hart van de nazi-beweging. Max bleef in San Francisco en houdt er hun succesrijke kunstgalerie draaiende.

Hij benijdt Martin omdat die in Duitsland weer genieten kan van 'die grote intellectuele vrijheid, de discussies, de muziek, de luchthartige kameraadschap'. Martin bericht over armoe en ontbering in het Duitsland van die dagen, en over het luxe-leventje dat hij als 'rijke Amerikaan' leidt.

Eind januari '33 wil Max weten wie die Adolf Hitler is 'die in Duitsland aan de macht lijkt te komen' - wat hij over hem leest bevalt hem niet. Enkele dagen na de machtsovername door de nazi's antwoordt Martin dat 'Hitler in veel opzichten goed is voor Duitsland'. Helemaal zeker is hij nog niet, maar Hitler, dat 'is net een elektrische schok, sterk zoals alleen een groot redenaar en ijveraar kan zijn'. Mogelijk is de man niet bij zijn verstand en zijn troepen, de bruinhemden, komen uit de goot, 'ze plunderen en zijn op een akelige manier begonnen joden te treiteren'. Maar de mensen zijn weer tot leven gekomen, je ziet dat op straat en in de winkels. Ze hebben weer hoop, hebben 'de oude wanhoop terzijde geworpen als een vergeten jas'.

Martin, die ondertussen ambtenaar is geworden, wil zijn vel redden en staat zoals zovelen te trappelen om lid te worden van de nazi-partij. Hij werkt mee met het nieuwe regime en jubelt 'buitengewoon luidruchtig'. Opportunisme, zeker, maar ook het gevoel dat de Duitsers 'hun bestemming hebben gevonden'; 'de toekomst komt op hen af als een overweldigende golf'. Daarmee moet en wil hij meegaan, 'ook al worden er verkeerde dingen gedaan'. Dat gaat wel voorbij, zolang 'het gestelde doel maar juist is'. Hij twijfelt nog wel maar, verzekert hij Max, is lang niet de enige die zich door de stroom laat meeslepen. Zijn 'rasgenoten', de Duitsers', verkeren in een hysterie van verlossing, aanbidden hun 'Glorieuze Leider'.

Max smeekt zijn vriend hem gerust te stellen: die gruweldaden waarover in de VS wordt bericht, dat kan toch niet waar zijn? Duitsland is toch een beschaafd land? Martin antwoordt dat ook hij aanvankelijk niet te vinden was voor de strenge maatregelen, maar nu heeft ingezien dat ze 'een pijnlijke noodzakelijkheid waren; het joodse ras is een zieke plek voor elke natie die het herbergt'. 'In alle eerlijkheid', voegt hij eraan toe, 'ik heb van je gehouden, niet vanwege je ras, maar ondanks je ras'.

Die jodenproblemen... je moet daar zo niet aan tillen, 'er is iets groters gaande', de wedergeboorte van Duitsland onder 'onze Zachtmoedige Leider'. Waarom heeft Max alleen maar oog voor de problemen van zijn eigen mensen, het joodse volk? Snapt hij dan niet 'dat enkelen moeten lijden opdat miljoenen worden gered'? Het is ook altijd hetzelfde met joden, jammeren en weeklagen, 'nooit dapper genoeg om terug te vechten', geen wonder dat 'het tot pogroms komt'! Ze kunnen, vindt hij, maar beter stoppen met elkaar te schrijven.

Max gelooft zijn ogen niet, da's Martin niet maar iemand die doodsbang is voor de censuur. Martin is toch een liberaal in de goede zin van het woord? Voor vrije meningsuiting, tegen boekverbrandingen, tegen discriminatie? Martin helpt hem uit zijn droom. Hij is geen Amerikaans liberaal maar een Duitse patriot. Meningen, bah, actie! dàt hebben we nodig. Hij is nu een doener, vroeger alleen maar een stem. 'Word eens wakker uit je muffe romantiek!', maant hij zijn vroegere vriend aan, 'ontziet een chirurg het kankergezwel omdat hij het moet wegsnijden?' En, gaat hij verder, 'natuurlijk zijn we wreed. Alle geboorten zijn genadeloos, ook deze wedergeboorte van ons'. Hitler, man van de daad, is 'als een getrokken zwaard'. Stop met schrijven, 'we passen niet meer bij elkaar', straks brengen die brieven van een jood me nog in gevaar!

Op een gegeven moment kan Max niet anders dan nogmaals schrijven. Zijn zus is met een toneelgezelschap naar Berlijn getrokken. Max vreest dat dat ze als joodse om moeilijkheden vragen is. Of Martin een oogje in het zeil wil houden? Een tijdje later doet de zus, achternagezeten door SA'ers, een beroep op Martin (die ooit een intieme relatie met haar had). Hij weigert te helpen, stuurt haar een wisse dood in, zogenaamd om zijn gezin niet in gevaar te brengen. In een brutale brief, beginnend met een schallend 'Heil Hitler!', bericht hij Max over de dood van zijn zus, omgebracht door SA'ers. Hij wenst 'verder geen contact met joden, afgezien van het innen van gelden'. Zij, de Duitsers, zullen 'de wereld spoedig grote dingen laten zien'. Max zal op ingenieuze wijze wraak nemen, maar dat laat ik u zelf ontdekken.


Klassieker

Dit indringend en beklemmend verhaal over de teloorgang van vriendschap en menswaardige ideologie, over de opkomst van vijandschap en mensonterende ideologie, zag in 1938 al het daglicht. Story, het Amerikaanse maandblad waarin het verscheen, was direct uitverkocht.Reader's Digest nam de novelle op en in 1939 verscheen ze in boekvorm, op een voor die tijd grote oplage. Men begon met vertalen, maar toen brak de oorlog uit. In nazi-Duitsland stond Address Unknown op de lijst van verboden boeken. En na de oorlog, toen de gruweldaden voorbij waren, was er geen publiek meer voor deze ooit tijdige waarschuwing.

Kathrine Kressmann (1903-1996), auteur van Adres onbekend, was destijds tekstschrijfster voor een Amerikaans reclamebureau. Haar vader was van Duitse afkomst, zij had literaire ambities. Het idee voor 'Address Unknown' groeide toen enkele intellectuele vrienden naar Duitsland terugkeerden en zich in geen tijd tot het nazisme bekeerden. Kressmann begreep dat niet en begon alles over Hitler te lezen, verdiepte zich in nazi-geschriften en -toespraken. Ze ontdekte vreselijke dingen. Weinig Amerikanen waren zich daarvan bewust, de meesten kon het niets schelen. Ze besloot te schrijven over 'wat de nazi's deden en het Amerikaanse publiek te laten zien wat er met echte, levende mensen gebeurt wanneer ze worden meegesleept door een perverse ideologie'. De novelle verscheen onder het pseudoniem Kressmann Taylor (de naam van haar echtgenoot) omdat haar man en uitgever het 'te krachtig' vonden om onder een vrouwennaam te publiceren.

In 1995 gaf Story Press, ter herdenking van de vijftigste verjaardag van de Bevrijding, het tot Amerikaanse klassieker gepromoveerde boekje opnieuw uit. Datzelfde jaar verscheen een Franse vertaling en die haalde de bestsellerlijst. De novelle is ondertussen in veel talen vertaald; vorig jaar werd er een toneelstuk op gebaseerd. Tinke Davids heeft nu voor een uitstekende Nederlandse versie gezorgd die kort na haar verschijning al aan een tweede druk toe is.

Het is een klassieker. Samengebald en machiavellistisch, met een verrassend hoog werkelijkheids- en waarheidsgehalte. Goed opgebouwd, met zinnen als in steen gebeiteld.

Kathrine Kressmann Taylor - Adres onbekend, Amsterdam, Ambo/Anthos, 2002

Verschenen in De Financieel-Economische Tijd, 3 augustus 2002