Antisemitisme als dooddoener

De wijze waarop ultrazionisten Israëls politiek in de Palestijnse bezette gebieden verdedigen is de schaamteloosheid voorbij. Beyond Chutzpah dat is ook de stelling van de Amerikaansjoodse politicoloog Norman Finkelstein, die zes jaar geleden al veel ophef maakte met zijn The Holocaust Industry.Chutzpah is jiddisch voor 'schaamteloze brutaliteit', zeg maar gotspe. Een goed voorbeeld is de man die na vader en moeder vermoord te hebben de verzachtende omstandigheid inriep dat hij wees was.

Maanden voor het verschijnen van Beyond Chutzpah al stonden de Amerikaanse media en academische wereld op hun kop. Het is ook niet niks: Finkelstein beschuldigt Alan Dershowitz, een Amerikaansjoodse advocaat en professor aan de gerenommeerde Harvard-universiteit, van intellectuele fraude. Dershowitz is een geziene figuur (hij maakte deel uit van het verdedigingsteam van O.J. Simpson) en een gedreven zionist met vaak krasse standpunten. Zo houdt hij zijn studenten voor dat de taak van een advocaat er voornamelijk in bestaat schuldigen vrij te pleiten en te voorkomen dat de 'waarheid en niets dan de waarheid' aan het licht komt. Kort na 9/11 verkondigde hij ook dat foltering mag als iemand informatie achterhoudt die velen kan schaden.

Zijn in 2003 verschenen The Case for Israël is een bestseller geworden. Israël kocht meteen duizenden exemplaren op voor wereldwijde verspreiding. Finkelstein noemt het manifest boerenbedrog. Dershowitz zet feiten en citaten naar zijn hand, schrijft zonder bronverwijzing af uit een twintig jaar oude apologie voor Israël, From Time Immemorial, die destijds al als frauduleus werd afgedaan.

Vorig jaar vochten Dershowitz en Finkelstein in de media een fel gevecht uit. Finkelstein, de zoon van holocaustslachtoffers, heette erger te zijn dan holocaustontkenners en zijn ideeëngoed zou alleen gesmaakt worden door neonazi's en fanatici. Dershowitz liet ook niet na uitgevers, academici en politici onder druk te zetten om de publicatie van Beyond Chutzpah te voorkomen.

In zijn nieuwe boek toont Finkelstein aan dat Dershowitz kritiekloos Israëlische propaganda, mythes en drogredeneringen overneemt en ook feiten fabriceert. Hij confronteert Dershowitz' vergoelijkend verhaal over de Israëlische politiek in de bezette gebieden met de alarmerende rapporten van internationale mensenrechtenorganisaties als Amnesty International, Human Rights Watch en het Israëlische B'Tselem.

Dershowitz beweert bijvoorbeeld dat de vele Palestijnse kinderen die in de twee intifada's sneuvelden, accidenteel gedood werden. Dat terwijl alleen al tijdens de eerste intifada (1987-1993) één miljoen kogels werden afgevuurd - één kogel per Palestijns kind. Een studie uit 2000 wees ook uit dat de helft van de slachtoffers in Gaza in het hoofd werd geraakt. Eind 2004 berichtte de Israëlische kwaliteitskrant Haaretz dat Palestijnse kinderen doden een peulschil geworden is, en dat het bloed van vele kinderen aan de handen van Israël kleeft. Palestijnen worden zonder vorm van proces neergeknald, soms van de schoolbanken gemaaid. Alle mensenrechtenorganisaties zijn het erover eens dat Israël onverantwoord en risicovol geweld gebruikt zonder respect voor mensenlevens.

Sinds 1967 werden naar schatting tienduizend Palestijnse gevangenen systematisch gefolterd. Finkelstein drukt enkele recente rapporten af, mét foltertechnieken. In september 1999 verbood het Israëlisch Hoger Gerechtshof foltering behalve als iemand van de veiligheidsdienst gelooft dat alleen op die wijze Joodse levens gered kunnen worden. En daarmee is Israël het enige land ter wereld dat folteren onder bepaalde omstandigheden heeft gelegaliseerd.

Israël treedt nogal wat internationale overeenkomsten en verboden met voeten. Enkele decennia al worden als straf of represaille Palestijnse huizen met de grond gelijk gemaakt. Duizenden woonsten, vaak het enige bezit van de tienduizenden bewoners. Het enige andere land dat deze techniek toepaste, spitst Finkelstein toe, was het Irak van Saddam Hussein.

The Case for Israël is geen alleenstaand geval. Volgens Finkelstein maakt dit soort 'wetenschappelijke' boeken deel uit van een campagne om Israëls wandaden te verhullen. Telkens als Israël onder internationale druk komt te staan, wordt er een stroom desinformatie en mystificatie op gang gebracht. De oorzaken van het Israëlisch-Palestijns conflict worden verdraaid en men schreeuwt moord en brand, antisemitisme en holocaust.

Israël, zo luidt het, is de Jood onder de naties geworden; het zou meer dan enig ander land aan kritiek blootstaan. Dat terwijl vergelijkend onderzoek aantoont dat de Joodse Staat meer dan om het even welk vergelijkbaar land gesteund en gespaard wordt. Anders dan andere VN-lidstaten die het internationaal recht schenden, wordt Israël niet getroffen door wapenembargo's of economische sancties.

Kritiek op Israël wordt steevast gelijkgeschakeld met anti-joodsheid en antisemitisme. Wie Israël bekritiseert, zou op een nieuwe holocaust aansturen. Op die wijze lijkt de hele wereld wel van antisemitisme bezeten. In bepaalde Amerikaansjoodse bladen worden linkse intellectuelen, veel media (o.m. de BBC) en ook humanitaire organisaties als Amnesty International om de haverklap van antisemitisme beschuldigd. Iedereen is verdacht. Voor sommigen is elke niet-jood een antisemiet in potentie.

Begin vorig jaar moest Ken Livingstone, de burgemeester van Londen, zich tegen aantijgingen van antisemitisme verdedigen. Hij had, schreef hij in The Guardian, altijd goed samengewerkt met Britse Joden, onder meer bij het bestrijden van antisemitisme. De problemen begonnen maar toen hij niet inging op het verzoek van de Board of Deputies of British Jews om alleen die Joodse organisaties te subsidiëren die zij goedkeurden. De Board pikte het niet dat Livingstone ook Joodse organisaties steunde die opkwamen voor homorechten of de Israëlische politiek bekritiseerden. Livingstone sluit zich bij die kritiek aan, en daar, besluit hij, wringt het schoentje, dààrom wordt hem antisemitisme aangewreven. AAl speelt ook mee dat de Londense burgemeester zelden een blad voor de mond neemt; vorige week werd hij gesanctioneerd omdat hij een opdringerige journalist had vergeleken met een oorlogsmisdadiger en toen die zei dat hij zich als jood beledigd voelde vergeleek Livingstone hem zowaar met een kampbewaker.

Voor Finkelstein is het duidelijk: de geschiedenis wordt op haar kop gezet. Niet de Joden maar de Palestijnen en Arabieren zouden voor het conflict verantwoordleijk zijn. Het probleem is niet langer dat Joden de Palestijnen beroven, maar dat die laatsten er zich tegen verzetten.

Elie Wiesel wordt, aldus Finkelstein, van de ene alarmerende conferentie naar de andere overgevlogen. Midden 2004 had hij het op een VN-vergadering over het naïeve geloof dat hij direct na de Tweede Wereldoorlog koesterde: voortaan zouden Joden in Europa door iedereen op de schouders gedragen worden. Maar zie, het antisemitisme is levendiger dan ooit. "Nooit voordien stond Israël zo alleen, en je kan het volk van de staat Israël niet scheiden van het volk van Israël". Zinnen die, onthult Finkelstein, Wiesel heeft ontleend aan toespraken die hij al in 1981 hield. Het 'nieuwe antisemitisme', waarover Wiesel en anderen de mond vol hebben, is nieuw noch antisemitisch.

In de VS neemt een en ander stilaan paranoïde vormen aan. In een in 2004 verschenen bundel, Those who forget the past. The question of antisemitism, heeft men het over een tweede holocaust. Elke Europese natie was medeplichtig aan de jodenuitroeiing en ze staan alweer klaar om Joden te doden! Direct na de Tweede Wereldoorlog al smeedden ze plannen voor die tweede holocaust. Israël werd gepland als "concentratiekamp voor Joden". De VS steunen Israël alleen maar omdat ze vrezen anders door Joden overspoeld te worden. De Joodse staat als antisemitische samenzwering - je moet het maar bedenken.

Sinds goed tien jaar is dit discours ook in Europa in opmars. Politici, wetenschappers en media worden onder druk gezet. Wetenschappers en auteurs die kritisch nadenken over het Midden-Oostenconflict of (misbruik van) de holocaust, worden publiekelijk antisemiet genoemd en niet zelden ter verantwoording geroepen door de Israëlische ambassadeur. Dat overkwam onlangs nog Klasse, het tijdschrift voor leerlingen, leerkrachten en ouders dat onder auspiciën van het ministerie van onderwijs verschijnt. In het januarinummer voor leerkrachten stond een vrij genuanceerd artikel over de 'veiligheidsmuur' die Israël rond Palestijnse steden en dorpen optrekt. De Israëlische ambassadeur liet van zich horen en vertegenwoordigers van B'nai B'rith (de joodse loge zeg maar) hadden het op 19 januari bij een onderhoud met de Vlaamse minister-president over een ongenuanceerde bijdrage met een "zeer pro-Palestijns standpunt". En of dat zomaar kon, een tijdschrift uitgegeven door het ministerie van onderwijs dat een "anti-Israëlische bijdrage publiceert"?

Sommige klachten over antisemitisme zijn gefabriceerd. Onderzoek naar zogenaamd antisemitische daden op een aantal Amerikaanse universiteiten liep meer dan eens op niets uit. Eind 2003 zat het European Monitoring Centre on Racism and Xenophobia zo verveeld met een fout rapport over antisemitisme dat men het stil probeerde te houden. Toen dit als schandaal naar buiten werd gebracht verloor iedereen uit het oog dat het rapport wetenschappelijk gezien vrijwel waardeloos was. Zo werden onder meer volgende 'antisemitische' vooroordelen opgemeten: "hechte banden tussen VS en Israël", "Joodse invloed op het Amerikaans beleid tegenover Israël", "Israëlische misdaden tegen de menselijkheid". Deze 'antisemitische' uitspraken dateren bovendien uit de eerste helft van 2002 toen de kritiek op de Israëlische politiek oplaaide naar aanleiding van de belegering van Jenin, een Palestijns vluchtelingenkamp. Het krakkemikkige rapport besloot met de ondertussen tot een mantra uitgegroeide aanbeveling meer holocaust te onderwijzen en te herdenken.

Finkelstein is ervan overtuigd dat men doelbewust verwarring en controverse sticht om de kritiek op Israël telkens in de kiem te smoren. Vandaar dat het conflict in het Midden-Oosten nog steeds niet opgelost is, ook al is de internationale gemeenschap het al meer dan een kwarteeuw eens over de enig mogelijke oplossing: een tweestatenakkoord gebaseerd op volledige terugtrekking uit de bezette gebieden en de erkenning van Israël binnen de grenzen van voor 1967.

Finkelstein schildert alles te intentionalistisch af, denkt al te zeer in complottermen. Zeker, telkens als Israël zijn boekje te buiten gaat nemen de pro-Israëlische publicaties, de holocaustherdenking en de klachten over antisemitisme toe, maar het gaat daarom niet om een georchestreerd campagne. Het lijdt geen twijfel dat er stevig gemanipuleerd en gelobbyd wordt, maar veel van wat Finkelstein als opgezet spel ziet is het gevolg van reële en begrijpelijke angsten van Joden en Israëli's (virulent antisemitisme bestààt), én van ingebakken pro-semitische en pro-Israëlische vooroordelen. Ook deze geschiedenis is complexer dan Finkelstein ze voorstelt. Van groot belang bijvoorbeeld is dat in de voorbije twintig jaar niet-joodse instellingen en overheden, eerst in de VS en dan in Europa, zich het politiek-ideologische holocaustvertoog hebben toegeëigend. En dat kreeg al doende een andere, ruimere invulling: iedereen, Jood en niet-jood, zwart en blank moet er zich kunnen in terugvinden. De holocaust is uitgegroeid tot een nieuwe heilsleer; de jodenuitroeiing herdenken is herhaling voorkomen. Door de confrontatie met de judeocide zouden mensen, vooral jongeren, toleranter en democratischer worden.

Norman Finkelstein - Beyond Chutzpah. On the misuse of anti-semitism and the abuse of history, London/NewYork, Verso, 2005

Lichtjes ingekort verschenen in De Tijd van 4 maart 2006.